De pruik van Cassander / tekst van Pauline Seraphin (1846) ; bewerkt door Eliza Hess-Binger ; illustraties van Nelly Bodenheim. - Gouda : G.B. van Goor Zonen, [1925]
"En ze kibbelden zoo verschrikkelijk dat het schuitje er niet tegen bestand was... en in tweeën brak. - Elk bleef in een half bootje zitten. - Pierrot kon nu linksom roeien en Harlekijn rechtsom, en zoo bereikten ze tegelijkertijd den aanlegsteiger van het Dierenland."
Mijn zus Inge, onderwijzeres, las me dit boek voor. Het was hààr boek en ik moest goed luisteren: "Wat heb ik het laatste gezegd?" Maar luisteren dat deed ik niet. Wel aldoor kijken naar de prenten, die zeer verschillend waren en mooie en griezelige taferelen weergaven. In het verhaal is Harlekijn, met zwart masker, de held en kameraad Pierrot ondergaat onverdiend allerlei vreselijks.
Ik stond vierkant achter Pierrot omdat ik hem de mooiste en de zieligste vond, met zijn witte pak.
Nooit begreep ik iets van dit rare verhaal. Heel mooi was het wel.