De kinderkaravaan / A. Rutgers van der Loeff-Basenau ; geïll. door Rein van Looy. - 2e dr. - Amsterdam : Ploegsma, 1952.
Ik groeide op met Arendsoog, een katholieke cowboy en Puk en Muk, twee R.K. kabouters.
Op een dag, toen ik de zoveelste Arendsoog kwam lenen, zei de juf van de bieb: ‘Probeer dít boek eens, er komen ook cowboys en indianen in voor.’ Ze gaf mij De Kinderkaravaan van en voor het eerst las ik over échte kinderen en volwassenen.
Het waren soms helden, maar vaak ook niet. Ze maakten ruzie; hadden elkaar lief en waren verdrietig, bang, gelukkig of eenzaam. Het boek vertelt het verhaal van een familie die halverwege de negentiende eeuw van de oostkust van Amerika naar de westkust trekken op zoek naar een beter leven. Onderweg sterven de ouders en de twee oudste kinderen nemen hun rol over. Een ontroerend maar ook spannend boek.
Ik wil Arendsoog en Puk en Muk hier niet afvallen, want dankzij hen werd ik een lezer. Maar vergeleken met De Kinderkaravaan waren zij zo plat als een dubbeltje. Ik wilde toen al schrijver worden en dacht na het lezen van De Kinderkaravaan: zo zou ik ook willen schrijven!