Verslag van de uitreiking Hieronymus van Alphen Prijs 2001

Voorzitter van de jury Frits Booy gaf een kort overzicht van de vijftienjarige geschiedenis van de Werkgroep/Stichting Geschiedenis kinder- en jeugdliteratuur. Daarna werd Toin Duijx onderscheiden met de Hieronymus Van Alphen prijs.  Deze prijs is in het leven geroepen voor mensen of instellingen die grote verdiensten hebben op het gebied van de geschiedenis van de Nederlandstalige kinder- en jeugdliteratuur.  Netty van Rotterdam was de eerste persoon die op deze wijze gelauwerd werd. en Toin Duijx de tweede. Hij was vanaf het begin betrokken bij de oprichting van het Landelijk Platform kinder- en jeugdliteratuur en de Werkgroep Geschiedenis  kinder- en jeugdliteratuur. Ook zat hij in de redactie van Literatuur zonder Leeftijd, doceerde jeugdliteratuur aan de Universiteit van Leiden, zette studenten aan tot onderzoek en publiceerde de resultaten ervan. Hij deed onderzoek naar collecties kinderboeken in openbaar bezit en legde daarmee de basis voor het Centraal Bestand Kinderboeken. Ook doet hij veel werk voor de Nederlandse IBBY-sectie (International Board on Books for Young People), schrijft recensies en artikelen over jeugdliteratuur en is lector bij de Internationale Jugendbibliothek in München. Frits Booy gaf Toin bloemen, een oorkonde en de 'hoed vol pruimen'; het beeldje gemaakt door kunstenares Renate Weidnei. Toin aanvaardde de prijs met een dankwoord, dat hieronder is afgedrukt.

Toespraak bij overhandiging

Beste Toin,

Als iemand na Netty de Hieronymus van Alphen Prijs verdient, dan ben jij het wel. Ook jij stond aan de wieg van het Platform Kinder- en Jeugdliteratuur en van de SGKJ. Je verzorgde een tijd lang de Berichten uit de wereld van het oude kinderboek samen met Jeannette Kok en je zit ook in de redactie van het tijdschrift Literatuur zonder Leeftijd. Aan de Universiteit van Leiden doceer je jeugdliteratuur, zet je studenten aan tot onderzoek van jeugdboeken en hun auteurs, wat in enkele interessante publicaties resulteerde. Ook deed en doe je zelf veel aan onderzoek van en publicaties over jeugdboeken, o.a. in het Lexicon van de Jeugdliteratuur (circa tien bijdragen) en in Literatuur zonder Leeftijd (circa 60 (!) bijdragen, o.a. over leesbevordering en het Nederlandstalige jeugdboek in Europa). Samen met Joke Linders publiceerde je in 1991 De Goede Kameraad. Honderd jaar kinderboeken. Ook publiceer je regelmatig recensies over jeugdboeken.

Je deed onderzoek naar collecties kinderboeken in openbaar bezit en legde daarmee de basis voor het Centraal Bestand Kinderboeken dat regelmatig door onderzoekers en andere belangstellenden dankbaar geraadpleegd wordt. Als secretaris deed en doe je veel werk voor de Nederlandse sectie van IBBY (Interational Board on Books for Young People). Je bent ook lector bij de Internationale Jugendbibliothek in München en lid van de IBBY-jury.

Vanwege al deze activiteiten reik ik je met veel genoegen de Hieronymus van Alphen Prijs uit.

Frits Booy

Dankwoord van Toin Duijx

Toen de voorzitter van de Stichting Geschiedenis Kinder- en Jeugdliteratuur mij belde met de vraag of ik de tweede Hieronymus van Alphen-prijs in ontvangst zou willen nemen, hoefde ik geen seconde na te denken. Natuurlijk wilde ik dat, en ik was enorm trots dat ik, na Netty van Rotterdam, deze prijs in ontvangst zou mogen nemen. Tijdens mijn dankwoord, heb ik denk ik voldoende duidelijk gemaakt  dat ik erg blij ben met de prijs, vooral omdat de Stichting Geschiedenis Kinder- en Jeugdliteratuur, toen deze nog een werkgroep was van het Landelijk Platform Kinder- en Jeugdliteratuur, een van de meest actieve werkgroepen was, en omdat ik met heel veel plezier naar de bijeenkomsten ging. Ik was altijd bijzonder trots als mijn studenten weer een bijdrage aan de studiemiddagen hadden mogen leveren, of als er ergens met hun hulp een kleine maar meestal gedegen tentoonstelling werd geopend. In die begintijd gingen we als een soort schoolreisje naar Winsum, of kregen als eerste groep toegang tot de kluizen van de Openbare Bibliotheek van Amsterdam, of bekeken in Antwerpen een collectie die eigenlijk toen pas door de bibliotheek aldaar als belangrijk werd erkend. De werkgroep stichting heeft veel losgemaakt. Ik weet zeker dat de activiteiten van de werkgroep/stichting richtinggevend zijn geweest voor het Ministerie van OC&W en dat het begrip 'Levend cultuurbezit', de titel van het boekje bij het tienjarig bestaan van de werkgroep/ stichting, een nieuw beleid wat betreft het collectioneren, conserveren, restaureren en tentoonstellen van belangrijke collecties oude kinderboeken tot gevolg heeft gehad. Het is gebruikelijk om bij het in ontvangst nemen van een prijs een aantal mensen te bedanken, en ik heb van deze traditie dankbaar gebruik gemaakt in Amersfoort door drie mensen in het bijzonder te bedanken. In de eerste plaats Netty van Rotterdam, zonder wie binnen het Landelijk Platform Kinder- en Jeugdliteratuur nooit een werkgroep voor de Geschiedenis van  het kinderboek zou zijn gekomen. Samen hebben we aan de wieg gestaan van de werkgroep/stichting en hebben we haar zien opgroeien tot een gezond kind dat al snel volwassen werd. In de tweede plaats iemand zonder wie niemand fatsoenlijk onderzoek kan doen naar de geschiedenis van de kinder- en jeugdliteratuur, Jeannette Kok. Zij is voor velen de ingang naar het zoeken van  allerlei bronnen die voor onderzoek van wezenlijk belang zijn. Met Jeannette heb ik samen twee jaar de 'Berichten uit de wereld van het oude kinderboek', geredigeerd, vormgegeven, geproduceerd en verspreid onder de leden van de werkgroep. Binnen alle besturen wil er wel eens iets niet helemaal lekker lopen en als dat het geval is mag een bestuur blij zijn om iemand als Jaap ter Linden als bestuurslid te hebben. Jaap is een uitstekend bemiddelaar en een goed analyticus, en weet op een rustige manier mensen weer bij elkaar te brengen. Om die reden is hij de derde persoon die ik graag wil bedanken. Helaas kom ik door mijn huidige werkzaamheden aan de Leidse Universiteit bijna niet meer toe aan het bestuderen van de geschiedenis van de kinder- en jeugdliteratuur. Gelukkig ben ik op andere manieren nog intensief betrokken bij de kinderboekenwereld, ook al is het tegenwoordig iets vaker internationaal, als 'Aussenlektor' aan de Internationale fugendbibliothek in Munchen, als secretaris van de Nederlandse afdeling van de International Board on Books for Young People en als jurylid van de Hans Chr. Andersenprijs, de 'kleine nobelprijs voor kinder- en jeugdliteratuur'. Maar na zo'n studiedag van de stichting kijk ik eigenlijk uit naar een FPU- egeling (ook al zal dat qua leeftijd nog even op zich laten wachten) om me weer heerlijk te kunnen wijden aan de geschiedenis van het kinder- en jeugdboek. Het bestuur van de Stichting Geschiedenis Kinder- en Jeugdliteratuur bedank ik voor de zeer eervolle bekroning, ik ben er erg trots op. Het beeldje krijgt een speciaal plekje op mijn werkkamer.