De Hieronymus van Alphen Prijs is uitgereikt aan Theo Gielen voor zijn vele werk, studie en publicaties op het gebied van de kinder- en jeugdliteratuur. Voorzitter Frits Booy had bij de dichter het inspirerende en toepasselijke gedicht Eene vertelling over Oom Theo gevonden.
Geachte liefhebbers van het oude kinderboek,
Thans is weer een spannend moment aangebroken. Aan wie wordt in 2008 de Hieronymus van Alphen Prijs uitgereikt?
Dat zal u snel duidelijk worden, als ik u vertel dat het antwoord op die vraag te vinden is in een beweegbaar boek over Piet de Smeerpoets met litho’s van Emrik & Binger, als fabrieksprentenboek uitgegeven door I. de Haan in Haarlem!
Inderdaad het is dit jaar Theo Gielen!
Theo is een enthousiaste en uiterst serieuze onderzoeker op velerlei gebied (zie hiervoor). Hij publiceert regelmatig over zijn favoriete onderwerpen in diverse, meest buitenlandse, tijdschriften en redigeert bijna in z’n eentje het internationale blad over beweegbare boeken (Movable Stationary). Hij werkte mee aan diverse publicaties, excursies en tentoonstellingen en is mederedacteur van onze ‘Berichten’.
Zijn naam wordt vaak genoemd als het gaat om advisering over het oude kinderboek en hij is vaak als eerste van iets bijzonders op de hoogte. Wat zo attent is van hem, dat hij bij het zoeken in bronnen ook zaken voor anderen noteert en aan hen doorgeeft. Theo wil graag een uitgebreide studie over I. de Haan of beweegbare boeken schrijven. Dat staat al jaren op stapel, maar ook dat tekent Theo: hij gaat nooit over een nacht ijs en publiceert een grote studie pas, als alles volledig is uitgekristalliseerd. En ja, komen we over Theo ook iets bij onze goede en productieve Hieronymus van Alphen tegen? Jazeker, luistert u maar… [de tekst staat hieronder]
Theo, we hebben je toch even in het zonnetje willen zetten. Namens de SGKJ van harte gelukgewenst met deze prijs. Je hebt hem ten volle verdiend!
Frits Booy, voorzitter
Laudatio
Eene vertelling over Oom Theo
Wij zaten bij Oom Theo,
Die nijv’re onderzoeker,
Die veel weet te vertellen.
We dronken chocolade
En deden honderd vragen.
In ’t einde sprak Oom Theo:
‘Wel nu, mijn kleine braven,
Gij kent nu al mijn passies,
Welk’ houdt Gij voor het beste?’
Toen zeide neefje Aernout:
‘Die passie is mij ’t liefste
Waar alles kan bewegen
Door ’t trekken aan de lipjes
En ’t draaijen aan de schijfjes.
O, als bij het openklappen,
Dieren, personen, dingen
Plotsklaps naar buiten springen.
Dat vind ik wel je ware.
Ik ga voor beweegbare!’
‘Nee, stoutekind’renboekjes,’
Riep Fritsje, ‘zijn het leukste!
Daar kun je veel van leren
En ook een beetje lachen
Om ondeugden, gebreken
En zien hoe slecht het afloopt
In inktpot, vuur of grafplaats,
Met afgeknipte duimen,
Half of heel doorgesneden,
Of onder honderd pokken,
(Wat kwam van al dat jokken).
Of vallend van de kade.
Geef mij stuwwelpetriaden!’
Van winkels en fabrieken,
Die men moet zien te redden,
Na honderd jaar ten leste.
Die boeken zijn de beste!’
Maar Anneke, dat liefje,
Die zwaaide met haar handjes
En vroeg zoo alle aandacht.
Zij zei: ‘Het is in Haarlem,
Daar vinden we het beste.
Bij I. de Haan, uitgever,
Die zooveel mooije boeken
In ’t licht heeft laten komen
Als De Sint Niklaas Schoentjes,
Aan Zee en Kinderleven,
Nellij aan het Strand, De blauwe vogel,
Geschiedenis van Blauwbaard,
Vermakelijke historie
Van Pierrot en Harlekijn.
Ik las ze honderd malen,
Dat zijn de beste verhalen!’
Toen glimlachte Oom Theo
En sprak: ‘Mijn hartediefjes,
Ik zal U iets vertellen
En niemand teleurstellen
In ’t maken van zijn keuze.
Die is natuurlijk reuze!
Maar alle vier de passies
Beheersen heel mijn leven.
Ze zijn mij even dierbaar.
Ik hoop nog lang te werken
En veel te publiceren,
Dan zal ik zijn tevreden.
Dat zal ’k U niet verhelen.
En vort…. thans buiten spelen!’
Frits Booy
(Zeer vrij naar Hieronymus van Alphen)