Voor de tentoonstelling ‘Fantastische natuur in kinderboeken’ kwamen 20 vrienden op 28 februari naar de campus van de universiteit van Wageningen. We werden hartelijk ontvangen door Joke Webbink van de universiteitsbibliotheek. Omdat ze meegewerkt heeft aan de samenstelling van de tentoonstelling, heeft zij ons deze middag rondgeleid, eerst door het bijzondere gebouw, waarin de universiteitsbibliotheek gehuisvest is. Daarna heeft ze ons een enthousiaste en boeiende toelichting gegeven op de tentoongestelde kinderboeken. Tenslotte mochten we een kijkje nemen achter de schermen in de magazijnen van de bibliotheek.
Hoe is het idee voor de tentoonstelling over de natuur in kinderboeken ontstaan? De Universiteit in Wageningen doet veel onderzoek naar het draagvlak voor natuur onder jongeren. Bij Landschapsbeheer Nederland zet men projecten op om jongeren in contact te brengen met de natuur. In dat kader toont deze tentoonstelling kinderboeken waarin de natuur een belangrijke plaats inneemt. De bibliotheek bezit zelf een aantal natuurboeken, maar het grootste deel van de tentoongestelde boeken is gekozen uit het bezit van vader en dochter During, kinderboekenliefhebbers en verzamelaars. Roel During is onderzoeker Sociale Innovatie en Cultureel Erfgoed aan de universiteit van Wageningen en Tosca During studeert Kunstgeschiedenis aan de Universiteit van Utrecht.
Uit het bezit van de bibliotheek komen de natuurboeken uit de achttiende en negentiende eeuw, waarvan de meeste werden geschreven door pastoors en dominees, die zich vaak te voet door hun werkgebied begaven en daarbij natuurwaarnemingen deden. Voor kinderen kozen de auteurs de vorm van vragen en antwoorden, zoals in Katechismus der Natuur van Dominee Florentius Martinet (1778-1779). Aan het einde van de 19e eeuw richtte men zich op een bredere doelgroep en kregen kinderen biologie in de schoolklas. Leraren als Heimans en Thijsse schreven methodes en in 1906 verscheen het eerste deel van de beroemde Verkade albums, geschreven door Jac P. Thijsse en geïllustreerd door kunstenaars als Jan Voerman Jr en Ludwig Wenckebach. Uit het begin van de twintigste eeuw tonen de vitrines sprookjesachtige fantasieverhalen over de natuur, zoals Van de wortelkindertjes uit 1913, met versjes van Alfred Listal en illustraties van Sibylle von Olfers. Verder worden de mooiste prentenboeken getoond, met platen van T.van Hoytema, H.Willebeek Le Mair, Rie Cramer, Berharina Midderigh-Bokhorst en Ben Wierink. Bij de boeken uit de tweede helft van de twintigste eeuw kon Paulus de Boskabouter van Jean Dulieu kon natuurlijk niet ontbreken. Opvallend is, hoe de moraal weer de overhand krijgt. Zo is het boek Berta Bloemkoe (1964) van Lea Smulders en Luz del Vado met illustraties door Acosta Moro onmiskenbaar een uiting van de flowerpower beweging en draagt het verhaal het pacifistisch ideaal uit. De tentoonstelling sluit af met Help mijn Iglo smelt van Nathalie Righton uit 2009. Het gaat over gevolgen van klimaatverandering voor de volkeren die leven aan de randen van de woestijn, het tropisch oerwoud en het poolijs.
We konden niet alleen de vitrines bekijken, maar op de tafels hadden Joke en haar collega Dicky van Donselaar ook een aantal boeken neergelegd, waarin we mochten bladeren. Daaronder een prachtig boek over wajangpoppen. Ook in de magazijn hadden ze boeken open gelegd om te bekijken, zoals een boek met prachtige platen van Nederlands Indië en andere platenboeken van planten en kruiden. Beroemd is het Tulpenboek uit 1637. Behalve boeken en tijdschriften bevat de collectie ook luchtfoto’s, tuinontwerpen en folders van kwekers en van allerhande landbouwmachines. Er wachtte ons nog een verrassing. In het magazijn stond een paard van papier-maché dat uitneembaar bleek te zijn, bedoeld om studenten de organen van het paard te kunnen demonstreren. Met de bijzondere rondleidingen door de tentoonstelling, de bibliotheek en de magazijnen hebben Joke en Dicky voor een informatieve en verrassende middag gezorgd!
Margreet van Wijk