Tweelingen in kinderboeken van Erich Kästner

Tijdens de voorjaarsstudiedag van de SGKJ kwamen verschillende tweelingen aan bod. Een buitenlandse beroemde tweeling komen we tegen in het boek Dubbele Lotje (Das doppelte Lottchen) van Erich Kästner. Het boek verscheen in 1949, met illustraties van Walter Trier. Het boek kreeg als ondertitel: een roman voor kinderen.

Tijdens een zomerkamp ontmoeten de negenjarige meisjes Louise en Lotte elkaar. Louise komt uit Wenen en Lotte komt uit München. Ze krijgen de schrik van hun leven: ze lijken zoveel op elkaar dat het lijkt alsof ze in de spiegel kijken! De meisjes komen erachter dat ze op dezelfde dag en plaats geboren zijn en komen tot de conclusie dat ze als tweelingzusjes uit elkaar zijn gehaald door hun ouders. Beide zijn natuurlijk ontzettend benieuwd naar hun andere ouder en ze besluiten na het kamp dan ook van plaats te wisselen. Louise gaat als Lotte naar München en Lotte gaat als Louise naar Wenen.

Het boek werd al snel in het Nederlands vertaald door Annie Winkler-Vonk (1950, uitg. Veen). Er verschijnen vier herdrukken, waarbij alleen de omslag illustratie verandert (bij de vierde druk, omslag van Elly van Beek). Bij de vijfde druk (1968) verschijnt het boek bij Van Goor en dan met illustraties van Jaap Vegter. De zesde ‘geheel herziene’ druk verschijnt bij Van Holkema & Warendorf (1980, en dan met illustratie van Guido Joseph].

In mijn overvolle boekenkasten staat een uitgave uit 1987 (uitg. BZZTôH, nog steeds een vertaling van Annie Winkler-Vonk , maar nu weer met de illustraties van Walter Trier. Er naast staat de veel prettig leesbare vertaling van Elly Schippers uit 2008 (uitg. Atlas) en gelukkig ook met de illustraties van Walter Trier. Ik zou eigenlijk graag de illustraties bij eerdere uitgaven eens willen bekijken, maar dan komt nog wel eens.

Maar Kästner voerde al eerder een tweeling op in een kinderboek. Iedereen kent natuurlijk Emil und die Detektive van Erich Kästner (1928). Maar in 1934 verscheen er een vervolg op het boek. Emil und die drei Zwillinge met illustraties van Walter Trier. Tijdens een vakantie aan de Oostzee zetten Emiel en zijn vrienden een actie op touw voor een jonge circusacrobaat. Deze is door de leider van zijn groep in de steek gelaten. Het betreft de Three Byrons, de ene Byron is de vader, de twee andere Byrons zijn zoons, de tweeling Mackie en Jackie. Er verschijnen veel edities van het boek, met steeds andere vertalers en illustratoren. In het exemplaar in mijn boekenkast, een gehele herziene druk uit 1971 vertaald door R. de Jong-Belinfante, zijn de illustraties van Guida Joseph.

Erich Kästner werd op 23 februari 1899 in Dresden geboren in een eenvoudig arbeidersgezin. Zijn vader was leerbewerker; volgens hardnekkige geruchten zou de huisarts van de familie en vooraanstaand lid van de joodse gemeenschap van Dresden, Dr. Emil Zimmermann, zijn feitelijke vader zijn. Hoewel Kästner een pacifist was en uitgesproken anti-militaristisch, moest hij zijn opleiding tot onderwijzer onderbreken voor een kortstondige dienstplicht in 1917.

Toen Hitler in 1933 aan de macht kwam, werden zijn boeken (op het al klassieke Emil und die Detektive na) met die van andere linkse auteurs publiekelijk door de nationaal-socialisten verbrand. ‘Tegen decadentie en moreel verval! Vóór zedelijkheid in familie en vaderland!’ Anders dan veel van zijn geestverwanten bleef Kästner echter in Duitsland.

Erich Kästner raakte na de oorlog bevriend met Jella Lepman, de oprichtster van zowel de Internationale Jugendbibliothek in München en van IBBY. Met name in de opvoeding van kinderen zag Kästner mogelijkheden om de maatschappij te veranderen. Kinderen zijn immers nog niet bedorven door het kapitalisme van de op profijt beluste maatschappij. Een jeugdboekenauteur heeft een zware verantwoordelijkheid, zo betoogde hij in 1953 op het internationale IBBY-congres over jeugdliteratuur in Zürich. In 1960 ontving hij de Hans Christian Andersenprijs.

Toin Duijx