Van 4 tot en met 15 oktober vieren we maar liefst tien dagen feest in kinderboekenland. De Kinderboekenweek is voor het eerst gehouden in 1955, georganiseerd door de CPNB, en heeft dus al een rijke traditie. Tijdens de eerste editie van de Kinderboekenweek in 1955 kreeg men bij de aanschaf van een kinderboek, toen nog 3,50 gulden, een geschenk cadeau: een poster van een lezende clown. In latere jaren volgden diverse soorten geschenken (waaronder een spel en een poppenkast); pas vanaf 1962 ontstond het gebruik om ieder jaar een kinderboek als Kinderboekenweekgeschenk te geven. Keesje Kruimel van Hans Dijkhuis was het eerste kinderboekenweekgeschenk. Vanaf 1983 verschijnt er tijdens de Kinderboekenweek ook een speciaal op het zeer jonge kind gericht Prentenboek, niet gratis, maar voor een heel zacht prijsje. De uitgaven rondom de Kinderboekenweek zijn een verzamelobject geworden.
Keesje Kruimel
Keesje Kruimel ontdekt een "avontuurlijk weggetje" en dat is het begin van vele avonturen. ‘Keesje was erg nieuwsgierig en daarom koos hij dit weggetje. Keesje merkte al gauw dat dit het weggetje van de avonturen was, want toen hij pas op het weggetje was hoorde hij zeggen: “Zeg Kwebbelteen, ga jij vanavond ook mee naar Kwispeltje? Hij heeft zijn poot gebroken. Hij was over een grote steen gestruikeld.” Keesje wist meteen dat het kabouters waren. Hij luisterde wat de andere kabouter zou zeggen. “Goed, ik ga mee.” De kabouters verdwenen tussen de bomen want aan beide kanten was een groot bos. Maar Keesje ging ze achterna.’
Hij ontmoet veel mensen en dieren, de meesten zijn vriendelijk en helpen hem. Hij helpt zelf ook waar hij kan. Toch ontmoet hij ook gevaarlijke mensen zoals een groep kannibalen... ‘Maar.. toen hij een eindje gelopen had, werd hij door een paar wilde, ruwe, grote menseneters opgepakt en meegenomen. Keesje schreeuwde niet, want dat hielp toch niet. Hij werd in een grote kist gestopt. Deksel er op.. en Keesje zat gevangen. (…) Ik wil je helpen want de menseneters zijn al op weg met de braadpan om je op te eten.’ Je kunt je afvragen of tegenwoordig die ontmoeting met de kannibalen nog wel in een kinderboek zou kunnen. Toen nam niemand aanstoot hieraan. Wie het verhaal nog eens wil lezen kan terecht bij https://www.dbnl.org/tekst/dijk173kees01_01/
De auteur van het geschenk
Het geschenk was geschreven door de tienjarige Hans Dijkhuis. Samen met hem kortte Harriet Laurey het oorspronkelijke manuscript in tot de geringere omvang. Van Hans Dijkhuis hebben we daarna in kinderboekenland nooit meer iets gehoord.
De illustrator van het geschenk
Piet Klaasse (1918 - 2001) was al een bekende kunstenaar toen hij het Kinderboekenweekgeschenk illustreerde. In 1946 verschijnt Wij waren getuigen met gedichten van Theun de Vries. Veel lof kreeg hij ook voor zijn illustraties bij de tweedelige Kinderbijbel (1959, en 1961). Hij gaf 34 jaar les aan de Rietveld Academie.
In 1962 maakte hij dus de illustraties bij Kees Kruimel. Zestien jaar later illustreert hij weer een Kinderboekenweekgeschenk, het verhaal dat geschreven is door Gertie Evenhuis (De tram is geel het gras is groen). Een Amsterdamse jongen maakt tijdens zijn kampeervakantie in Zeeland kennis met een meisje, dat is grootgebracht op een boerderij. Door met elkaar te praten en samen iets te ondernemen komen ze allerlei te weten over verschillen en overeenkomsten tussen stad en land.
In 1998 mag hij voor de derde keer een Kinderboekenweekgeschenk illustreren. Het betreft een gedichtenbundel onder de titel Twee oren om te horen, twee ogen om te zien. Piet Klaasse heeft in kinderboekenland veel waardering gekregen, maar amper in de vorm van prijzen. Voor de illustraties van Sagen en Legenden van de Lage Landen door Eelke de Jong kreeg hij in 1981 een Gouden Penseel.