Kinderboeken te ouderwets om nu nog te lezen? Dat geldt zeker niet voor De Kikako van Hans Andreus. Voor genealogen en ieder ander die geïnteresseerd is in zijn verleden zijn kinderboeken een bron van informatie hoe mensen vroeger leefden en dachten. Kinderboeken geven vaak een tijdsbeeld en kunnen je helpen ontdekken hoe je bent geworden tot wie je bent geworden.
De schrijver moet veel plezier aan het schrijven van een boek over een goedaardig monster uit de zee beleefd hebben. De Kikako leest lekker weg, zeker doordat het taalgebruik beeldend, direct en nooit belerend is. De Kikako wordt gepersonifieerd en gaat voor je leven. Het monster van 1,40 meter lijkt op een zeepaard en wordt Piet genoemd. Piet is heel slim. Hij leert praten en is ook verder zeer leergierig. Hij slaapt op een veldbed in de kamer van de jeugdige H.B.S.er Jan-Willem, eet aan tafel, krijgt een paspoort en gaat mee op vakantie naar Oostenrijk. Hij wordt kampioen schansspringen. Als ze weer thuiskomen kan Piet nog niet terug naar zijn soortgenoten. Eerst moet hij nog Russisch en Arabisch leren. Hij wil alles begrijpen. Daarna kan hij pas terug om aan de andere kikako’s te vertellen over de mensen. Want die hebben hem gekozen voor een opdracht: ‘Voor die wezens ons ontdekken, moeten wij die wezens gaan ontdekken’. Zijn de mensen te vertrouwen of niet? Moeten de Kikako’s met hen in contact treden of afwachten tot zij ontdekt worden?
Tijdsbeeld
Het verhaal laat de wereld zien van dat moment, van de vijftiger jaren. Vader werkt op kantoor, moeder werkt thuis. Er zijn alleen nog ‘heren van de pers’, geen dames. Moeder noemt zich een huisvrouw in functie. Het is een middenklasse-gezin. Ze hebben telefoon, maar geen auto en beperkte financiële middelen. Ze eten ossenhaas en bieflapjes, met aardappels en spruitjes. De slager en bakker komen nog aan de deur. Als de Kikako na hun eerste ontmoeting mee naar huis wil waarschuwt Jan-Willem: ‘Mijn moeder is lang niet gemakkelijk’. Moeder reageert in eerste instantie dan ook afwijzend. ‘Nooit!’ mag de Kikako naar binnen. Maar dat verandert als de Kikako een buiging voor moeder maakt. Respect is belangrijk. Net als goede tafelmanieren. Die leert de Kikako al snel. Bovendien helpt hij mee met klusjes in het huishouden. Vader heeft dus gelijk. Moeder zal wel aan het dier wennen. ‘Net als andere mensen altijd aan nieuwigheden moeten wennen , zegt de schrijver.
Het is de tijd van arbeidsethos en opbouw, maar een nieuwe tijd kondigt zich aan. Moeder noemt werken gezond. Vader zet vraagtekens: ‘Dat zéggen ze’. Huiswerk moet gemaakt worden. Wassen gebeurt aan de vaste wastafel in de slaapkamer. ‘Kostelijk eten’ laat je niet koud worden. Toch spijbelt de vader in het verhaal een middag om wetenschappers de kans te geven hun licht over de Kikako te laten schijnen. De wetenschappers hebben meteen hun theorieën klaar. Zij worden dan ook badinerend neergezet als opponent van de zéér verstandige Kikako. Blijkbaar dachten mensen toentertijd ook al aan hoog intelligente wezens in de zee, die het waard zijn beschermd te worden.
Rond die tijd ging nog minder dan de helft van de Nederlanders op vakantie, maar het gezin gaat op kerstvakantie naar Oostenrijk. Vader wil weleens vrij zijn van verplichtingen. Dat er niet zoveel geld is, is niet zo’n probleem. Oude kleren, gehuurde ski’s en een eenvoudig verblijf zijn prima. Samen muziek maken en gezelschapsspelletjes spelen. Skiën leren van de slager en de bakker in plaats van dure lessen. Als je maar een beetje flexibel bent…
Maatschappijkritiek
Vader denkt in eerste instantie, dat Piet weleens van Mars zou kunnen komen. Die gedachte past in de tijd. In 1957 had de Sovjet Unie net de eerste satelliet in de ruimte gebracht. In 1958 volgden de Amerikanen. De atoombom en ruimtevaartuigen baren vader duidelijk zorgen.
Er zit meer maatschappijkritiek in het boek verstopt. De wederopbouw van Nederland was bijna klaar, en toch is er nog woningnood. De burgemeester is de baas van de gemeente, maar laat alleen dure woningen bouwen. Vader is kritisch naar de autoriteiten. De politie en de burgemeester dient hij van repliek. De maatschappij is nog niet ingericht op het individu, maar vader vindt, dat ‘een verstandige ouder zijn kind een zekere mate van vrijheid laat’. De ideeën van onderwijsvernieuwers zien we in het praktijkleren van De Kikako terug. En zo kleurt dit boek onze historie. Met feiten, overtuigingen en gedrag.
Over De Kikako
De Kikako van Hans Andreus verscheen in 1958 met illustraties van Loes van Galen bij Uitgeversmaatschappij Holland in de Kwikstaartreeks. In hetzelfde jaar verscheen al een tweede druk, nu met illustraties van Elly van Beek, en in 1969 verscheen nog een herdruk. In 1959 kreeg De Kikako de Boekenmarktprijs van de Bijenkorf. Opvallend is dat in de biografie van Hans Andreus van Jan van der Vegt het boek helemaal ontbreekt.