Door de beperkingen die vanwege het covid-19 virus zijn opgelegd, is de viering van het kerstfeest dit jaar alleen nog in de huiselijke kring met enkele gasten mogelijk. Voor velen die Kerstmis beschouwen als de belangrijkste christelijke feestdag, die liefst in de ruime kring van familie en vrienden wordt gevierd, een hard gelag. Dat was ruim honderd jaar geleden wel anders, Kerstmis werd nauwelijks gevierd. Voor de Kerk, maar ook in de huiselijke kring, waren Pasen, Pinksteren en Driekoningen veel belangrijker feestdagen.
Dat is ook in oude kinderboeken te zien. Het populaire, goedkoop uitgevoerde kinderboekje Vaderlandsche Kindervreugd* toont in woord en beeld de belangrijkste feestdagen van het jaar. Dat zijn De nieuwjaarsdag, Drie-koningen-avond, Vasten-avond, Paaschen, Pinkster, Kermis, Sint Maarten en Sint Nikolaas. Kerstmis staat er niet in. Ook op centsprenten wordt aan Kerstmis geen aandacht besteed, geen enkele oorspronkelijk Nederlandse prent brengt het kerstfeest in beeld. Een centsprent van Brepols, nummer 12 in de religieuze reeks, toont de aanbidding door de herders omlijst door uitvoerige tekst, maar het is een religieuze volksprent, zeker niet voor kinderen bestemd.
Uit Duitsland stamt de prent Het lot van een kerstboom, de enige prent waarop het kerstfeest voorkomt. De prent is in 1875 uitgeven door De Ruijter & Meijer te Amsterdam, gedrukt in kleurenlithografie met zes afbeeldingen op drie rijen en vierregelige rijmende teksten onder elke afbeelding. De prent bevat het verhaal over een jonge dennenboom in het bos. Tot dat op zek’ren kouden dag / De spar een man verschijnen zag / Die zonder omslag, kort en goed / Hem omhakt en dus vallen doet. De man brengt hem naar de markt, waar een deftige heer de boom koopt en mee naar huis neemt. Hij maakt er nu een kerstboom van / En siert hem op zooveel hij kan / Met lichtjes en suikergoed / Gelijk men dit in Duitschland doet. En onder de boom staat speelgoed voor de kinderen. Na het kerstfeest wordt de boom opgeruimd en bij het vuilnis gelegd. Daar ligt nu ’t boompje in den hof / Bij asch en vuilnis, zand en stof, / Door niemand wordt zijn lot benijd./ En, weg is al zijn heerlijkheid.
* Vaderlandsche kindervreugd, vertoond in acht kunstplaten; met toepasselijke gedichtjes. Amsterdam, Van Vliet en Ten Brink, tweede druk 1803