Voor mij is Matilda van Roald Dahl een klassieker: een boek dat me bij blijft en een boek dat bij me blijft. En daarmee bedoel ik twee verschillende dingen. Een boek waarvan ik nog precies weet wanneer ik het las, en waar, of wanneer het me werd voorgelezen, en door wie, wat ik daarbij dacht en voelde. En een boek dat mijn hele leven terug blijft komen, waar ik op onverwachte momenten aan denk, en dat me beïnvloedt in keuzes die ik maak.
Matilda is een briljant meisje dat zichzelf op haar derde leert lezen en al voordat ze naar school gaat de hele bibliotheek heeft uitgelezen. Haar ouders, een louche garagehouder en een televisie- en bingoverslaafde moeder, behandelen Matilda niet als hun dochter, maar als een onderkruipsel, of zoals Roald Dahl het pijnlijk formuleert: ‘als een korstje dat je een tijdje geduldig moet verdragen tot je het van het wondje kunt afkrabben en wegknippen’. Na het zoveelste incident accepteert Matilda het niet langer en begint ze straffen te bedenken voor haar ouders, om haar leven draaglijker te maken. Op school zit ze in de eerste klas bij juffrouw Engel, een lieve juf. De school wordt echter met ijzeren vuist geleid door de verschrikkelijke juffrouw Bulstronk, die droomt van een volmaakte school; een school zonder kinderen. Matilda ontdekt dat ze een speciale gave heeft, die ze, gecombineerd met een krachtige wil, inzet om juffrouw Engel te helpen.
Ik las dit boek in de zomer van 1991, in de grote vakantie tussen groep acht en de brugklas. Ik vond het grappig, maar ook spannend met die nare juffrouw Bulstronk, en ook beklemmend en verdrietig, want ik probeerde me voor te stellen hoe het zou zijn als je ouders je een korstje vonden dat ze weg wilden krabben. Ik bewonderde Matilda om haar geniale brein, haar slimme ideeën, haar gevoeligheid en haar moed om – als vijfjarige – tegen de Bulstronk in te gaan. Het verhaal bleef me altijd bij én het bleef ook altijd bij me. Op verschillende momenten in mijn leven speelde Matilda een rol.
Het is niet alleen, maar wel óók dankzij Matilda dat ik van lezen en van boeken houd. Want ik las, en nu citeer ik: Het was prettig om iets warms mee naar boven te nemen en naast zich te hebben wanneer ze ’s middags in haar stille kamertje in het lege huis zat te lezen. De boeken voerden haar mee naar nieuwe werelden en lieten haar kennis maken met wonderlijke mensen die opwindende levens leidden.
Het is niet alleen, maar wel óók dankzij Matilda dat ik aan de slag wilde in het onderwijs. Lang dacht ik dat ik juf zou worden, zoals juf Engel, of gewoon zoals mijn eigen juf Anneke van groep drie. Het werd uiteindelijk een studie Onderwijskunde, en daarna werd ik ontwikkelaar van lesmateriaal.
Het is niet alleen, maar wel óók, en misschien wel voorál, dankzij Matilda dat ik mijn afstudeerproject in 2001 richtte op het ontwikkelen van lesmateriaal voor hoogbegaafde kinderen die al lezend groep drie binnenkwamen. Hier ziet u mijn scriptie uit 2001, met Matilda op de voorkant. Juffrouw Engel draaide zich om en liep de kamer uit. Ze voelde zich bedrukt, maar nog niet verslagen. Ik ga iets aan dat kind doen, zei ze tegen zichzelf. Ik weet nog niet hoe, maar ik zal haar helpen.
Het is niet alleen, maar wel óók dankzij Matilda dat ik leerde dat je in het leven zelf het heft in handen moet nemen, dat je er zelf iets van moet maken. Je kunt heel erg naar iets verlangen wat je niet hebt, in Matilda’s geval zijn dat ouders die lief, begripvol, eerlijk en intelligent zijn, maar je kunt ook zelf het heft in handen nemen om je leven makkelijker en leuker te maken. Matilda doet dat door het verzinnen en uitvoeren van bijzondere straffen voor haar ouders. Die had ik gelukkig niet nodig, maar in elke fase van mijn leven zijn er situaties geweest waarin ik net als Matilda zélf de slingers ophing, om het zo maar te zeggen.
Deze tekst is een bewerking van de presentatie ‘Mijn klassieke kinderboek’, gehouden op de SGKJ-studiedag op vrijdag 1 november 2019 in Zwolle.