Het Leeuwarden-Fryslân 2018 vertelproject

Eind 2016 kreeg ik een mailtje van SGKJ-Vriend Ger Tielen, met de vraag of de SGKJ niet actief zou moeten zijn binnen Leeuwarden-Culturele-Hoofdstad van Europa in 2018. Het zou mooi zijn een of meerdere projecten op het gebied van de klassieke kinder- en jeugdliteratuur te creëren. Immers, dat literaire erfgoed is het werkgebied van de SGKJ. Het bestuur voelde daar wel voor en stelde een werkgroep in om dat nader te bekijken. Met een wisselende samenstelling begon de periode van brainstormen. Allerlei onderwerpen passeerden de revue tot en met vier magazines voor scholen beginnend in de tweede helft van het Culturele jaar. Soms zagen we door de bomen het bos nauwelijks meer.

Uiteindelijk besloot de werkgroep zich concreet op één idee te richten, en wel een vertelproject. Daarin stond de overdracht van dit erfgoed van de ene generatie naar de andere centraal en werd die opgehangen aan het thema ‘Het onvergetelijke leesmoment’, een heel herkenbaar thema. Daarbij draaide het om de vraag: Welk boek of zelfs welk fragment heeft in je jeugd op jou een blijvende indruk gemaakt?

Dit werd nader ingevuld en vrijwilligers werden gezocht, ook onder de Vrienden van de SGKJ, met als resultaat een groep van tien mensen, waaronder een aantal die ook professioneel met vertellen bezig zijn of waren. Deze groep kreeg een aanbod van drie middagen met een vertelcoach in de persoon van Pauline Seebregts van de Vertelacademie STORYWISE. De vertellers waren enthousiast over de inspiratie die ze hier opdeden.

De locatie was een volgend onderwerp van bespreking. In eerste instantie mikten we op het nieuwe gebouw Obe, genoemd naar een befaamde Friese dichter, waarin alle aandacht zich richt op talen en taalgebruik. Toch was dat voor ons project minder geschikt en dachten we aan dat andere gebouw MeM, dat voor de duur van het culturele jaar was opgericht. In dit gebouwtje, dat ook als café fungeerde, werden diverse boek/taalactiviteiten voor kinderen georganiseerd. Voor vertellers stond de catering toch wel wat in de weg en bleef het meer een schuilgelegenheid bij slecht weer. Want uiteindelijk vonden we toch ons plekje, onder de Vertelboom, naast MeM. Doorgaand publiek bleef nog weleens plakken bij de vertelsessies, wat ook de bedoeling was. Voor sommige vertellers bleek dat een obstakel, maar de meesten genoten ervan. Bij dat publiek was er iemand die uit de persberichten, die we hadden verstuurd, hoorde dat op een van de data de Kameleonboeken centraal stonden. Hij ging dolgelukkig naar huis met een Kameleon uit de Swalkkast onder zijn arm. Of de man die een eigen versie van Jip en Janneke voorlas en zelfs zo’n fan was, dat ze op zijn onderarmen waren getatoeëerd.

Een prachtig project, al zorgden de financiën en subsidies ook wel eens voor slaapgebrek. Maar dat is de werkgroep bij het terugkijken ook al weer vergeten. De groep is nog niet helemaal uiteengevallen, maar probeert op de een of andere manier dit vertelitem een blijvend karakter te geven. Zie ook het eindverslag van het project.

Jant van der Weg