Het was mei 2010 toen ik een mailbericht uit New York kreeg van een mij onbekend persoon. Jon Lindseth had mijn naam en mailadres via via van iemand gekregen met wie ik in een Nederlands literair adviesorgaan had gezeten. In zijn eerste mail vertelde Lindseth dat hij een boek wilde maken in verband met een ‘Alice in Wonderlandproject’. Alice was zoals hij schreef in meer dan 90 talen vertaald. De bedoeling was dat over die diverse vertalingen een essay over de geschiedenis van Alice in die talen zou worden geschreven. Daarnaast nog een bibliografie met bovendien een terugvertaling in het Engels van een aangegeven deel uit het verhaal. Met dit laatste kon naar voren komen hoe vertalers met bepaalde woorden en begrippen waren omgegaan. Zoals bijvoorbeeld die Cheshire kat, die Alice ontmoet, een benaming die de naam van een kaassoort oproept. Nicolaas Matsier maakte daarvan in de Nederlandse vertaling een Kollumer kat, waarbij dus ook verwezen wordt naar een kaassoort, Kollumer kaas. Hoewel Kollum een Fries dorp is, koos de Friese vertaler, Tiny Mulder, niet voor deze kaasnaam. Haar inspireerde vooral het uiterlijk van de kat: ze koos voor een zeer geliefde katsoort, een ‘siferske’ kat, een cyperse kat. Natuurlijk ging daarbij het idee van ‘cheese/kaas’ verloren, maar de keuze voor een zeer bekende en geliefde kat had zijn eigen waarde. Een aardige bijkomstigheid: Nicolaas Matsier is in de verte nog familie van Tiny Mulder.
Het project kreeg als deadline april 2011. ‘Een boek’ zoals aanvankelijk de bedoeling van Lindseth draaide uit op drie dikke delen met in totaal 2656 pagina’s. Het aantal vertalingen dat hier bijeen gebracht is, bedraagt 7609 edities in 174 talen.
Dat Lindseth zelf ook een verwoed verzamelaar is, blijkt wel uit het feit, dat hij de Friese editie van Alice uit 1964 in zijn bezit heeft. Tiny Mulder verzorgde in 1994 een tweede, enigszins aangepaste versie. In 2013 verscheen er ook een Luisterboekvariant. Helaas is de Friese variant van deze klassieker alleen nog antiquarisch verkrijgbaar, al worden er pogingen ondernomen met een nieuwe druk te komen.
Het leuke is dat Lindseth als motto van het project graag een citaat van Tiny Mulder gebruikt, een uitspraak van haar in een interview, die ik in mijn essay had opgenomen: “A language is not complete if there are no translations of the Bible, Shakespeare and Alice in Wonderland”.
Jon Lindseth was als (retired) US Navy Reserve officier onder de indruk van het verzetswerk van Tiny in de Tweede Wereldoorlog. Daarvoor kreeg ze een Engelse onderscheiding, die op een tijdschriftfoto prominent naar voren kwam. Op internet vond hij een copy van deze medaille; die copy lag op de tentoonstelling in de Grolier Club in New York bij gelegenheid van het driedaagse congres in oktober 2015 waar de uitgave werd gepresenteerd. Een paar weken geleden vroeg hij mij via de mail, of ik daarvoor een goed plekje wilde zoeken. Hij zond het me toe, en het ligt nu bij Tresoar (Centrum literatuur en geschiedenis in Leeuwarden), volgens mij de juiste plek omdat daar ook het oeuvre van de auteur wordt beheerd.