Onlangs werd de KB verblijd met een exemplaar van 'Het Sint-Nicolaasboek', gevonden en gerestaureerd door Kees Hagen van Kringloop Reeuwijk. Het is het enige exemplaar in een openbare kinderboekencollectie.
Het boek is geschreven door Katharina Leopold en in 1908 uitgegeven door Firma I. Oppenheim te Groningen. Het bevat 14 gekleurde platen van E.G. Schlette, een Nederlandse grafisch ontwerper die (voor zover bekend) geen andere kinderboeken heeft geïllustreerd, maar wel internationale bekendheid verwierf met zijn ontwerpen van affiches voor Fongers-fietsen. Hij heeft zijn grafische vaardigheden echter ook ingezet als valsemunter.
Het Sint-Nicolaasboek
De platen van Het Sint-Nicolaasboek zijn gedrukt met donkergrijze inkt en roodtinten als steunkleur. Tegenover elke plaat is een bijbehorend rijm afgedrukt, dat samen een min of meer doorlopend verhaal vormt. Opvallend is de naam van de rechterhand van Sint-Nicolaas: hij heet ‘Jan’ in plaats van ‘Piet’. Een eerdere eigenaar van het boek heeft de naam ‘Jan’ steeds met potlood doorgestreept en ‘Piet’ erbij geschreven.
Op de eerste plaat staan kinderen op een duin naar de stoomboot te kijken, op een andere plaat zien we hun schoentjes bij de schoorsteen staan. Op andere platen zijn Sint en Piet/Jan druk bezig met voorbereidingen voor het Sinterklaasfeest: ze doen inkopen bij een banketbakker, speelgoedwinkel en boekwinkel: “Ja, boeken geef ik altijd graag / Want nooit bederven die de maag.” De boekwinkel heeft zelfs 'Het Sint-Nicolaasboek' in het assortiment: het omslag van van dit boek is hetzelfde als het boek dat Sint op de plaat omhoog houdt. “Kijk, Jan, een boek van jou en mij / Ja, ja, dat moet er ook maar bij!”
Verder zien we Sint door de schoorsteen klimmen, Sint en Piet speuren naar gezette schoentjes, ze strooien lekkers en informeren bij de meester op school of de kinderen braaf zijn geweest. In het rijm ‘Arm Jansje’ helpen Sint en Piet een arm kind dat verdrietig is omdat ze in winkels geweigerd werd. Het meisje mag mee op het paard langs de winkels om cadeautjes te kiezen en wordt door Sint en Piet thuisgebracht.
Andere vorm van creativiteit
Kees Hagen mailde me over dit boek: “E.G. Schlette, die de tekeningen heeft gemaakt, is niet altijd braaf geweest.” Via Delpher en de krantenviewer van het Noord-Hollands Archief komen we zijn naam verschillende keren tegen. Er wordt bijvoorbeeld melding gemaakt van zijn faillissementen in 1901 en 1914. Schlette heeft zijn grafische vaardigheden ook ingezet voor valsemunterij. De Vlissingse Courant berichtte op 24 juli 1901: “Half mei werden te Amsterdam een drietal personen gearresteerd, medeplichtigen aan het vervaardigen van valsche bankbiljetten van ƒ40. De hoofddader, de man die feitelijk de biljetten maakte, zekere E.G. Schlette, wist te ontkomen en de vlucht naar het buitenland te nemen. Thans is ook hij […] gearresteerd en wel te Brussel.” Het maken van ƒ40-biljetten is minder vreemd dan het wellicht lijkt, want er bestonden in die tijd daadwerkelijk biljetten van veertig gulden.
Haarlem’s Dagblad 17 maart 1902 berichtte uitgebreid over de rechtszaak tegen E.G. Schlette. Er werd getuigd dat Schlette de biljetten gegraveerd heeft en dat hij het zink na het afdrukken van de biljetten in het IJ had laten gooien. Het Haarlem's Dagblad publiceerde op 29 maart 1902 de veroordeling: “De Amsterdamsche rechtbank verklaarde donderdag E.G. Schlette schuldig aan het vervaardigen van geschriften, in nabootsing van voor omloop bestemd credietpapier eener Nederlandsche Circulatiebank (bankbiljetten van ƒ40) en het ter verspreiding in voorraad hebben van die geschriften […].” De rechtbank veroordeelde de beklaagde tot vijf jaar gevangenisstraf.
Fietsenaffiches
Het vergrijp en de veroordeling leken echter geen smet op zijn blazoen te hebben veroorzaakt. Tussen 1908 en 1912 werd Schlette meerdere keren gevraagd om affiches te ontwerpen voor de prestigieuze Groningse fietsenfabriek Fongers, die pionier was in de ontwikkeling van de klassieke Nederlandse toerfiets. De fietsen werden zelfs door het Nederlandse leger gekocht voor de militairen. Uit contemporaine krantenberichten bleek de waardering voor de kunstzinnig ontworpen affiches die op aanplakborden werden verspreid. Beide affiches die in de volgende krantenartikelen werden beschreven, zijn bewaard gebleven.
Middelburgsche Courant 4 mei 1908: “Van alle aanplakborden ziet men tegenwoordig de figuren van een Nederlandsche soldaat te fiets recht op den toeschouwer afrijden. Het is een reclamebiljet dat de Groninger Rijwielfabriek A. Fongers heeft doen maken, in haar voldoening over het feit dat dit jaar uitsluitend Fongers-rijwielen voor het leger hier te lande in gebruik zijn genomen.[…] De plaat die de onderteekening E.G. Schlette draagt is ongetwijfeld goed geslaagd.”
Amersfoortsche Courant 13 april 1912: “Fongers’ rijwielenfabriek heeft een nieuwe reclame-plaat verspreid, geteekend door E.G. Schlette […] Vóor de hoofdgebouwen der fabriek aan den Heerenweg staat een flinke Padvinder […] met zijn Fongers-rijwiel. Als straks de groote muur-biljetten gereed zijn en in heel het land zullen zijn aangeplakt, dan zullen [ze] wel zeer de aandacht trekken door hun goede conceptie en krachtige teekening.” De affiches waren zo populair dat ze ook opgehaald mochten worden voor thuis en in clubhuizen zoals scoutinggebouwen.
Tot op de dag van vandaag zijn de affiches van E.G. Schlette populair onder verzamelaars. Of ook zijn bankbiljetten bewaard zijn gebleven, is niet bekend.
Deze blog is eerder gepubliceerd op de KB-website.