Juryrapport Hieronymus van Alphenprijs 2013

Juryrapport voorgelezen door jurylid Sanne Parlevliet tijdens de studiedag van de SGKJ op 25 mei 2013.

De winnaar van de Hieronymus van Alphen Prijs 2013 gaf ons een hoed vol pruimen. Volle, zoete pruimen die door onderzoekers, studenten, liefhebbers, kenners en verzamelaars gretig werden verorberd. Pruimen die smaakten naar meer en menigeen op weg hebben geholpen bij het bestuderen van de jeugdliteratuur. Een direct al bijzondere pruim is het belangrijke proefschrift Wat heten goede kinderboeken? uit 1989, en dan weet iedereen meteen over wie wij het hebben. Wat heten goede kinderboeken? behoort tot de standaardwerken over jeugdliteratuur, naast onder meer Pomes’ Over Van Alphen’s kindergedichtjes uit 1908, Daalders Wormcruyt met suycker uit 1950 en Dasbergs Het kinderboek als opvoeder uit 1982.

De schrijver van het boek, Anne de Vries,verdient de Hieronymus van Alphenprijs 2013 omdat hij tot de pioniers van het wetenschappelijk onderzoek naar jeugdliteratuur behoort. Aangesteld als docent en onderzoeker jeugdliteratuur aan de Vrije Universiteit in Amsterdam pleitte hij al voor meer onderzoek naar kinder- en jeugdboeken, waarbij hij vooral het belang van gedegen bibliografisch onderzoek benadrukte. Wat hij voor ogen had is terug te vinden in de imposante en vakkundig opgestelde bibliografie van zijn vader, Anne de Vries senior, die we allemaal wel kenden van Bartje, maar wiens rijke oeuvre van romans, novellen en verhalen voor kinderen en volwassenen, didactische werken, non-fictie en beschouwingen over onderwijs en opvoeding toen pas goed tot zijn recht kwam.

Maar naast de zoete pruimen mikte Anne de Vries ook enkele goed geplaatste zure pruimen in de hoed en toonde zich daarmee een kritisch jeugdliteratuurbeschouwer. Pruimen, die doordravende liefhebbers van literatuur met een grote L voor de jeugd uit hun zoete roes haalden en confronteerden met de vraag hoe symbolisch, gelaagd en ingewikkeld een kinderboek mag zijn om nog een boek voor kinderen genoemd te worden. Zijn SLAA-lezing ‘Het verdwijnende kinderboek’ maakte in 1990 veel reacties los en leidde tot een heuse pennenstrijd, die, getuige het onlangs verschenen polemische Jeugdliteratuur bestaat niet van Peter van den Hoven en de reactie daarop van Harry Bekkering in Literatuur zonder leeftijd, nog steeds voortduurt. En, laat hier geen misverstand over bestaan, wij juichen dit toe. Het getuigt niet alleen van moed, maar ook van het serieus nemen van de jeugdliteratuur om een kritische discussie aan te zwengelen en op gang te houden in een land dat maar al te vaak alleen om zijn zoete vruchten bereisd wordt. Doch, vrees niet om meer te eten uit de hoed van De Vries. De zoete pruimen zijn verreweg in de meerderheid.

Wij noemen zijn belangrijke rol bij de totstandkoming van het Kinderboekenmuseum. Al vroeg pleitte hij voor een Een museum voor jeugdliteratuur en de tijdbalk die het uitgangspunt vormde voor de eerste tentoonstelling van het Kinderboekenmuseum kwam van zijn hand. Daarenboven is zijn bloemlezing van de Nederlandse kinderpoëzie Van Alphen tot Zonderland ons inziens de meest vakkundige bloemlezing die er tot nu toe is verschenen, een uitmuntende keuze waaruit De Vries’ kennis, belezenheid van en betrokkenheid bij de jeugdliteratuur blijkt. In zijn meest recente werk Een zondagskind. Biografie van mijn vader bouwt Anne de Vries voort op zijn bibliografische exercitie. Vakkundig sprong hij over de valkuil heen van het schrijven van een biografie over iemand die je zo na is als je eigen vader, door steeds zijn rol als zoon cursief te expliciteren.

De genoemde werken, maar ook zijn vele andere publicaties, zijn advies bij lopend onderzoek en zijn kritische beschouwing van boeken en artikelen tonen het onmiskenbare belang van Anne de Vries voor de studie van de historische en hedendaagse jeugdliteratuur aan. Het is ons dan ook een groot genoegen om te mogen adviseren deze prijs toe te kennen aan een zo veelzijdig met de jeugdliteratuur geëngageerd onderzoeker.

De jury van de Hieronymus van Alphenprijs:
Toin Duix
Helma van Lierop
Sanne Parlevliet