Voorjaarsexcursie 2016: Atria Amsterdam

Een bezoek aan Atria, het kennisinstituut voor emancipatie en vrouwengeschiedenis in Amsterdam, betekent een blik op de wereld, waarin de meisjesboeken van rond 1900 en het begin van de twintigste eeuw zich afspelen. Atria is enkele jaren geleden ontstaan uit het samengaan van organisaties, die zich richtten op de vrouwenemancipatie en het sinds 1935 opgebouwde Internationale Archief voor de Vrouwenbeweging (IAV). Sindsdien is het instituut gevestigd in de Vijzelstraat. Op het gebied van de positie van vrouwen (in Nederland en internationaal) beheert Atria nu een grote collectie boeken en tijdschriften en veel waardevolle documentatie. Vele egodocumenten zijn er te raadplegen, evenals foto’s, films en ook interviews met bijvoorbeeld de Dolle Mina’s. Atria verzamelt en verspreidt niet alleen historische, maar ook actuele informatie over emancipatie en de positie van vrouwen.

Joke van der Meer, die als vrijwilliger werkt voor het de afdeling Collecties van Atria, opende de middag met haar inleiding over meisjesboeken, waarin de thema’s studie en beroep voorkomen, passend bij de collectie meisjesboeken van Atria. Die beslaat een periode van halverwege de negentiende eeuw tot de jaren zestig van de twintigste eeuw. In de boeken die Joke besprak, studeren de hoofdpersonen, of ze oefenen een beroep uit in een tijd waarin dat voor vrouwen nog niet vanzelfsprekend was. De boeken uit de negentiende eeuw zijn opvallend vaak vertaald uit het Duits. Joke liet een aantal schrijfsters en titels van meisjesboeken de revue passeren, te beginnen bij Tine van Berken (1870 tot 1899). In Schoolidyllen van Top Naeff uit 1900 krijgen de meisjes een behoorlijke opleiding, maar een baan zoeken in aansluiting op de opleiding is er nog niet bij. In de collectie meisjesboeken, die zich vrijwel allemaal afspelen in de gegoede middenklasse, komen tot ongeveer 1920 bijna geen meisjes of vrouwen met een baan voor.

Dan komt de crisistijd en moet er aangepakt worden. In de boeken zien we in dit tijd weer meer werkende meisjes en vrouwen, maar toen deed zich weer een nieuw strijdpunt voor. Vrouwen werden geweerd van de arbeidsmarkt, omdat ze de plaats van een werkloze man zouden innemen. Bovendien kregen ze in de crisistijd nauwelijks de gelegenheid om te studeren, want in grote gezinnen gingen de jongens voor. Zij moesten immers later een gezin onderhouden. Ondanks dat gingen de meisjes in de jaren twintig steeds meer aan het werk.

Ze werkten in beroepen als onderwijzeres, verpleegster, apothekersassistente, telefoniste, secretaresse en typiste. Bijna al deze beroepen komen dan ook vaak voor in meisjesboeken. Mieke is apothekersassistente in Miek’s moeilijkheden van Sanne van Havelte (1935). Een secretaresse is de hoofdpersoon in De Kingford-School van Cissy van Marxveldt uit 1923 en typistes vormen de hoofdpersonen in Het Geitenweitje, geschreven door Emmy Belinfante-Belinfante uit 1938. Dit boek gaat over de werkzaamheden en het leven van een aantal meisjes die met elkaar werken in de typekamer van een groot redactiebureau, door de directeur het Geitenweitje genoemd.

De levendige discussie naar aanleiding van wat Joke vertelde, ging onder meer over de titel van dit boek en verder over de oriëntatie op de Duitstalige cultuur in de negentiende eeuw en de positie van vrouwen op de arbeidsmarkt vroeger en nu. Joke sprak zelf ook uit ervaring. Jarenlang was bij de wet geregeld dat een overheidsbaan niet toegankelijk was voor gehuwde vrouwen. Zelfs bij de KLM, het bedrijf waar ze bijna haar hele werkzame leven heeft gewerkt, werd tot in de jaren 1970 het gebruikelijke vijfjarige contract van stewardessen verbroken, wanneer zij tussentijds trouwden.

Twee enthousiaste medewerkers, Evelien Rijsbosch en Paulien Schuurmans verzorgden daarna in twee groepen een rondleiding door de bibliotheek en het depot. Daarbij vertelden ze ook over Atria, de geschiedenis van het instituut en de publieksactiviteiten, die de medewerkers organiseren. We kregen ook een beeld van de documentatie die digitaal toegankelijk gemaakt is. Een paar honderd meisjesboeken vormen een van de vele deelcollecties van de bibliotheek. We mochten even grasduinen in het depot, waar de boeken chronologisch geordend staan. Bij elkaar geven ze zo een mooi tijdsbeeld van wat vrouwen heeft bewogen.

Tijdens de rondleiding kregen we ook een aantal bijzondere stukken uit de collectie te zien, waaronder het paspoort van Aletta Jacobs, een foto van haar bezoek aan China en de voorzittershamer van Rosa Manus, een van de oprichter van het IAV. Uit de kast met objecten kwam ook een spandoek te voorschijn van de vrouwenbeweging en een bundel liederen, speciaal gecomponeerd voor de strijd voor het vrouwenkiesrecht. In een van de lades lag een mooie bevrijdingsrok uitgespreid, zoals na WO II door vrouwen gemaakt zijn van restjes stof, als symbool van de wederopbouw en het versterken van het saamhorigheidsgevoel van vrouwen. Na de rondleidingen bleven de vrienden nog even napraten als afsluiting van een boeiende en geanimeerde middag.

Margreet van Wijk-Sluyterman