Openbare Bibliotheek Amsterdam

Openbare Bibliotheek Amsterdam
www.oba.nl
Contactpersoon: Bea Kee

Collectie

De totale bewaarcollectie oude en nieuwe kinderboeken (de Museumcollectie) omvat ongeveer 30.000 banden en bestrijkt de periode vanaf ca. 1650 tot heden. Naast boeken bevat de collectie ook strips, tijdschriften en enkele schooluitgaven. Speciale verzamelgebieden zijn ABC-boeken (ook in andere talen) en Sinterklaas- en Kerstboeken. Verder wordt alles van bekende en minder bekende Nederlandse auteurs en bekende buitenlandse auteurs verzameld. Ook herdrukken, mits er belangrijke veranderingen plaats hebben gevonden (bijv. andere illustraties). Boeken die niet in de uitleenbare collectie van de Centrale Bibliotheek worden opgenomen, komen soms in de museumcollectie (bijv. christelijke boeken en boeken waarin erg wordt gediscrimineerd). Twee van de topstukken zijn Roemer Visschers zinne-poppen : alle verciert met rijmen, en sommighe met proze / door zijn dochter Anna Roemers (1678) en Het sprekende prentenboek : een nieuwe uitspanning voor de lieve kleinen in geluid, prent en vers [1880]. Gebruikers van de collectie zijn doorgaans nostalgische lezers en mensen die zich beroepshalve en vanuit diverse disciplines met het jeugdboek bezig houden, bijvoorbeeld onderzoekers en recensenten.

De Museumcollectie is ontstaan in de beginjaren van het jeugdbibliotheekwerk in Amsterdam. Met de oprichting in 1912 van de Nutsleeszaal onder leiding van Annie Gebhard is waarschijnlijk een start gemaakt met de opbouw van de huidige collectie. De boeken die toen werden aangeschaft mochten onder bepaalde voorwaarden alleen ter plaatse worden gelezen. Deze boeken kenden een lange levensduur en velen zijn nog terug te vinden in de huidige collectie. Het is zeer waarschijnlijk dat Louise Boerlage er 15 jaar later een basis aan had voor haar, zoals ze het zelf noemde ‘verzameling oude en merkwaardige kinderboeken’. Criteria voor het verzamelen ontbraken. In een van de filialen kreeg zij een zaaltje ter beschikking waar ze deze collectie onder kon brengen, samen met de catalogus, achtergrondinformatie en vakboeken. In 1935 kon in de Wijde Steeg een ruime etage in gebruik genomen worden, met een reusachtige zolder, waar de oude boeken stonden opgeslagen. Boeken konden voor zover ze waren gecatalogiseerd opgevraagd worden ter inzage. Hier stonden ook dozen vol schenkingen opgeslagen. Er bestond geen actief aankoop beleid. Opvolgster Nel Ledeboer (1947) schafte wel actief aan, maar het is niet bekend wat haar met de collectie voor ogen stond. In deze periode kwamen er in het kader van de Marshall hulp kisten met boeken uit Amerika (mooie prentenboeken, Angelsaksische klassieken en de eerst pop‐up boeken). De overgang in 1953 van ’t Nut naar de Openbare Bibliotheek kwam het actief collectioneren niet ten goede. Opvolgsters waren Jannie Daane en Nettie Heimeriks. Zij zijn voornamelijk bezig geweest met selectief inwerken van geschenken. Door fusies en reorganisaties kwamen er regelmatig partijen oude kinderboeken binnen. Rond 1980 kwam het toenmalige hoofd van de jeugdafdeling, Beppego Popma, tot de conclusie dat er in de loop van de tijd wel degelijk criteria moeten zijn ontstaan waardoor accenten konden worden gelegd (o.a. alfabetboeken, volkssprookjes, jaargangen tijdschriften, bakerrijmen en kinderpoëzie, Sinterklaas‐ en Kerstboeken). Van lieverlee is men tot het collectioneren gekomen zoals dat nu gebeurt.

Toegankelijkheid

De collectie is te doorzoeken via de algemene online-catalogus van de OBA en via het CBK. Voor het inzien van materialen die opgeslagen staan in het magazijn dient u een aanvraagformulier in te vullen.

Tentoonstellingen

Op de jeugdafdeling zijn speciale vitrines beschikbaar om schatten uit de oude jeugdcollectie te exposeren. Op termijn komen hier computers met de mogelijkheid digitaal boeken te kunnen doorbladeren en wellicht ook luistermogelijkheden om fragmenten te beluisteren. Het in bruikleen geven van titels voor externe tentoonstellingen is ook mogelijk.

Vakliteratuur

Vakliteratuur is tevens aanwezig. Meer dan de helft van de vakliteratuur bevindt zich in open opstelling en is gedeeltelijk uitleenbaar. Het overige deel bevindt zich in het magazijn en is niet uitleenbaar.

Literatuur over de collectie