In het laatste nummer van ‘Gen. – Magazine voor familiegeschiedenis’, het tijdschrift van het CBG, Centrum voor familiegeschiedenis staat een heel gedegen bijdrage van Lilian de Bruijn over de kunstenaar Jan Coenraad Nachenius, en die achternaam kwam me bekend voor in relatie tot kinderboeken. Het betreft de kinderboekenschrijfster Aagtje Martha Nachenius-Roegholt (1892-1941), getrouwd met Benjamin Johannes Nachenius. Gelukkig is zij geen familie van de Jan Coenraad Nachenius, want daar zou ze niet trots op zijn.
Jan Coenraad Nachenius (Amsterdam, 12 augustus 1890 – Garderen, 10 maart 1987) was een Nederlands kunstschilder, graficus, etser en nationaalsocialistisch rassen- en kunsttheoreticus. Al in de jaren dertig onderhield hij warme contacten met nazi-Duitsland, waarbij vooral Heinrich Himmler erg op hem gesteld was. Onmiddellijk na de oprichting van de Nationaal-Socialistische Beweging (NSB) van Anton Mussert werd hij lid. In 1936 werd hij binnen de NSB benoemd als lid van de ‘Raad voor Volksche Cultuur’. Nachenius was ook van 1942 tot 1944 lid van de Nederlandsche Kultuurraad.
Nachenius gaf veel lezingen en publiceerde verschillende brochures en artikelen. ‘Culturele ontwikkeling van een volk was alleen mogelijk als dat volk uit een onvermengd ras bestond.’ In 1943 bracht hij de fraai geïllustreerde brochure ‘Stamhoudertje’ uit. In een soort monologue en in dialoog met een buurman ‘die wars was van de “nieuwe tijd”-ideeën’ beschrijft hij dat een ‘gezond’ Saksisch geslacht behouden moet blijven om ‘de Germaanse “sibbe” (een door de nazi’s gebruikte term voor gezamenlijke verwanten) in stand te houden’. Het ‘Stamhoudertje’ wordt als volgt beschreven: ‘Ziet zijn fijne blanke huid met de doorschemerende aderen, zijn zacht golvende teere haar, dat kindergezichtje, dat toch reeds de vormen van den Noorderling verraadt.’ Beslist is de brochure niet voor kinderen bedoeld.
De brochure werd geïllustreerd door Willem Jan Leffe (1910-1979). Al voor de oorlog maakte hij illustraties voor ‘Oude kinderrijmen voor jonge ouders - Het spel van moeder en kind’ (1936, tweede druk 1944, uitg. De Toorts). Hij illustreerde onder meer ook ‘Politiebericht no. 567 ‘van de auteur Marcel J.A. Artz, uitgegeven in 1943 door uitgeverij Roskam (K-nummer K 49). In 1949 verschenen zijn illustraties in ‘Gulliver bij de dwergen’ door Jonathan Swift, naverteld door A.D. Hildebrand (uitgeverij A. Rutgers).
Na de oorlog hield Nachenius zijn standpunten over de rassenleer overeind, en ondanks een poging hem verminderd toerekeningsvatbaar te laten verklaren (ongelukkige jeugd en de vroege dood van zijn moeder) ging de rechter daar niet mee in en veroordeelde hem tot acht jaar gevangenisstraf. Begin tachtiger jaren was het Drents Museum voornemens een tentoonstelling van Nachenius' grafisch werk te houden. Toen dat bekend werd stak er een storm van protest op, waardoor de expositie werd afgelast.
Over de illustrator Willem Jan Leffe (ook soms W.J. Boer Leffef genoemd) is niet veel informatie beschikbaar. Hij is geboren in Doekoewringin (Ned. Indië) op 7 februari 1910. In Nederland woonde en werkte hij in Haarlem, sinds 1949 in Apeldoorn. Hij heeft zijn opleiding genoten aan Rijksakademie te Amsterdam en ‘schildert, aquarelleert, tekent (pen, pastel), etst en lithografeert alle onderwerpen. Tevens illustrator (wetenschappelijk werk).’ In het Frans Halsmuseum schijnt een werk van hem te hangen, genaamd ‘pruimen’. (bron: ‘Lexicon Nederlandse beeldende kunstenaars 1750-1950’ van Pieter Scheen; 1969). Of hij zich aangesloten had bij de Nederlandsche Kultuurraad tijdens de oorlog is mij niet bekend, en ook niet of er na de oorlog onderzoek is gedaan naar zijn samenwerking met Jan Coenraad Nachenius.