Onthullende studie over hoe anti-joodse stereotypen in kinderboeken voorkwamen en nog steeds daarin te vinden zijn.

‘Weinig antisemitisme in dit brave land? In één ruk scheurt Ewoud Sanders al die zelfvoldaanheid aan flarden, voorbeeld na voorbeeld, iedere keer een stomp in je maag. Een verpletterend onderzoek.’ Deze treffende reactie van Geert Mak lezen we op de achterkant voor het nieuwe boek van Ewoud Sanders.

Voor het eerst is zo diepgravend onderzoek gedaan naar beeldvorming in jeugdliteratuur. In dit onderzoek wordt aangetoond dat in teksten en beelden voor kinderen veel informatie te vinden is over de denkbeelden van schrijvers en tekenaars over groepen in de samenleving. Hoe men de Joodse medemens beschreef en afbeeldde laat niet alleen de soms zeer grove vooroordelen zien van de makers, maar ook hoe Joden op straat werden behandeld. Goedbedoelende auteurs, vaak onderwijzers of dominees, geven hun lezers de boodschap mee dat kinderen Joden niet mogen pesten, dat Joden ook goede mensen kunnen zijn. Hetgeen aantoont hoe er met deze groep in de praktijk werd omgegaan. Ewoud Sanders heeft de oorsprong van vele verhalen die eeuwenlang werden heruitgegeven, vaak met andere titels, weten te achterhalen. Schokkende stereotyperingen en vooroordelen volgen elkaar op, in orthodox-protestante jeugdboeken tot op de dag van vandaag.

Ewoud Sanders schrijft in de Inleiding: ‘Om lezers niet te ontmoedigen: het is niet allemaal kommer en kwel.‘ Het is naast de schokkende inhoud ook een heel interessant boek, met veel informatie over auteurs, over de inhoud en de achtergronden van verhalen, over opvattingen van wat voor kinderen geschikt werd geacht en over opvoedkundige ideeën. Ook de beeldvorming via de illustraties waarbij met verschillende technieken werd gewerkt is interessant. Ewoud Sanders deed zeven jaar onderzoek voor dit ‘vreselijke maar noodzakelijke’ boek, zoals hij zelf zegt in een gesprek uitgezonden op 4 december in de Taalstaat.

Wat je met de paplepel binnenkrijgt is niet makkelijk uit te wissen. Dat blijkt ook uit het boek van Gerard Groeneveld: Hitlers jongste hoop. Nazipropaganda voor de jeugd (Van Tilt, 2019). in Duitsland werden al in 1933 de school- en kinderboeken aan de nieuwe leer aangepast.

Dat in Nederland in oorlogstijd zoveel Joden steeds verder stapsgewijs uit het maatschappelijk leven konden worden verwijderd is mede veroorzaakt door de vooroordelen die bij een deel van de bevolking leefden en die door de nazi’s werden versterkt.

Met de paplepel. Beeldvorming over joden in Nederlandstalige jeugdverhalen, 1782-heden / Ewoud Sanders. Walburg Pers, 2022. – 272 p.

Jeannette Kok