Sinterklaas 1944 in Rotterdam

Het is eind november 1944. Sint Nicolaas wil weer naar Nederland komen, met het vliegtuig omdat de stoomboot een paar jaar geleden door de Duitsers is getorpedeerd. Toch mag Piet van hem geen ‘Moffen’ zeggen, want ‘Duitsers zijn ook mensen’. Onderweg zijn alle Pieten wit van angst en hebben zij veel last van luchtziekte. Met zwarte parachutes landen ze ’s nachts dicht bij Rotterdam. Op boer Goedegeburens  fietsen met houten banden gaan ze naar de stad om inkopen te doen. Helaas is er bijna niets meer te krijgen in de verwoeste havenstad en van de kinderen hoort Sint over deportaties, executies en hongertochten. Hij betrapt zich erop dat hij de Duitsers nu zelf Moffen noemt!

Als Sint en Piet de volgende dag de boer op gaan om toch nog iets voor de kinderen te kopen, worden ze letterlijk en figuurlijk uitgekleed door de inhalige agrariërs. In hun jaeger ondergoed aanvaarden ze de terugtocht. Als klap op de vuurpijl neemt een Duitse soldaat de staf als ’bedreigd cultuurgoed’ in beslag. Een dove Piet wordt doodgeschoten. Missie mislukt! Berooid en teleurgesteld vertrekken de Goedheiligman en de resterende Pieten weer naar Spanje. Maar ‘het volgend jaar zijn onze mooie havens weer heel (…..) branden de lichtjes weer, dan is er weer gas en hooi voor het paard, dan krijgen we weer suikerbeesten (…..) en is er weer speelgoed in overvloed’. En dat is een correcte voorspelling van Ben Stroman.

Aan alles is te merken dat dit boekje begin december 1944 is geschreven. De woede en frustratie van de schrijver zijn ook heel goed invoelbaar: tot en met 1943 was er nog wel het nodige te krijgen, maar nu kan hij zijn kinderen (het boekje is opgedragen aan zijn dochters Irene (1932) en Clara (1937) en het Joodse meisje Elly dat bij hen zit ondergedoken) geen Sinterklaasfeest met cadeautjes en veel lekkers voor de kinderen. Hoe maak je dat duidelijk aan de meisjes? Door middel van een spannend verhaal over Sint en Piet, die ondanks hun inspanningen er ook niets aan kunnen doen.

Op een ander niveau wordt de volwassen lezer aangesproken. De wandaden van de Duitsers komen allemaal voorbij: het torpederen van de schepen, het vernielen van de Rotterdamse haven, de roof van voedsel, paarden en fietsen, het wegvoeren en soms vermoorden van mensen, zoals de dove Piet die na spertijd een ommetje maakt en door een Duitser wordt doodgeschoten omdat hij het bevel tot stilstaan niet hoort. Heftig voor een kinderboek!. Ook de NSB’ers krijgen er van langs, evenals de boeren die woekerprijzen voor eten vragen. Het aantal goede vaderlanders is helaas niet zo groot……

Waarom St. Nicolaas in 1944 niet bij de Rotterdamsche kindertjes kon komen rijden door Ben Stroman, ill. Aad de Haas, Brusse 1945 (geschreven 1-5 dec. 1944). Het boekje is pas na de bevrijding uitgegeven.

Bronnen:

J. Herman Besselaar, Bernard Johan Hendrik (Ben) Stroman, 1902-1985. Verschenen in: Rotterdams Jaarboekje (1986-4), pp.197-203                        

B. Stroman De Rotterdammers. Verschenen in: P.J. Meertens en Anne de Vries (red.), De Nederlandsche volkskarakters. J.H. Kok, Kampen 1938.

B. Stroman, Vandaag Bestaat Niet , autobiografische fragmenten. Nijgh & Van Ditmar 1981   

Dick Venema