De klassieker ‘Het oneindige verhaal’

Als kind heb ik veel gelezen en aan veel kinderboeken bewaar ik fijne herinneringen. Bij het herlezen van die geliefde jeugdboeken als volwassene vallen sommige mij een beetje tegen: dan struikel ik over stijve dialogen, archaïsch taalgebruik, droge opsommingen van historische feitjes, inconsequenties in de verhaallijn of de sulligheid van het uitgehaalde kattenkwaad. Maar andere kinderboeken ben ik sinds mijn jeugd alleen maar méér gaan waarderen, het beste voorbeeld daarvan is ‘Het oneindige verhaal’ van Michael Ende.

‘Het oneindige verhaal’ gaat over een jongen van een jaar of tien, Bastiaan Balthazar Boeckx, die een boek steelt en zich op zolder verstopt om het te lezen. Bastiaans verhaal is in het boek afgedrukt in blauwgroene inkt en het verhaal dat hij léest staat in rode inkt. Dat gaat over de avonturen van Atréjoe in Fantásia, een rijk vol mysterieuze en sprookjesachtige figuren dat wordt bedreigd door een vreselijk onheil, het Niets, waarvoor de mens verantwoordelijk blijkt te zijn. Gaandeweg beseft Bastiaan dat de redding van Fantásia van hém als mensenkind moet komen. Bastiaan komt in het verhaal terecht en krijgt Auryn, een amulet met de inscriptie ‘doe wat je wilt’. Bastiaan bouwt via wensen een compleet nieuw Fantásia op, maar als je mag doen wat je wilt, dan moet je ook bereid zijn om de consequenties daarvan te dragen.

De realiteiten van de lezer, van de wereld van Bastiaan en van Fantásia worden op ingenieuze wijze vervlochten. Een voorbeeld: Bastiaan leest over ‘Het oneindige verhaal’, een donkerrood boek met op het omslag een ovaal van twee slangen die elkaar in de staart bijten. Bastiaan realiseert zich geschrokken dat dat het boek is dat hij in handen heeft, en tegelijkertijd begrijp jij als lezer dat het boek dat Bastiaan leest, het boek is dat jij zelf leest!

‘Het oneindige verhaal’ behandelt grote thema’s zoals de verlokkingen van macht, omgaan met verdriet, de waarde van vriendschap en het belang van jezelf kennen en accepteren. Het boek bevat daarnaast vele ingenieuze verwijzingen naar o.a. werken van Kafka, Brecht, Shakespeare, de Bijbel, surrealistische schilderkunst, antroposofie, zen-filosofie, logica en mythologie. Klaus Siegel schreef in 1988 in De Gids: “Hele generaties promovendi zullen nodig zijn om [hier] alle allegorische en symbolische waarden uit te halen”.

Ook mogen de prachtige illustraties van Roswitha Quadflieg niet onvermeld blijven. De tekeningen tonen 26 initialen (van A tot Z) die het boek in hoofdstukken indelen en die steeds een spannend vooruitkijkje bieden naar de plaatsen en personages die in het komende hoofdstuk een rol zullen spelen. Bij de letter P zijn dat bijvoorbeeld Bastiaan en Atréjoe bij Amargánth, de Zilveren Stad die drijft in het Tranenmeer. De versierde initialen met ranke decoratieve lijnen en de typografie van de letters herinneren aan middeleeuwse handschriften.

Het boek is verbluffend knap geconstrueerd: jonge lezers kunnen volop genieten van de fantasiewereld en meeleven met de hoofdpersonen, die ondanks hun soms rare uiterlijk toch steeds voor de lezers herkenbaar en invoelbaar blijven omdat ze iets menselijks hebben in hun karakter of gedrag. Daarnaast kunnen meer geoefende lezers diepere lagen ontdekken en de literaire, culturele en politieke verwijzingen herkennen en begrijpen.

‘Het oneindige verhaal’ is van oorsprong Duits en is in 27 vertalingen verschenen, het is tientallen keren herdrukt, in het buitenland vele malen bekroond en het won in Nederland in 1983 de Zilveren Griffel. Als u “Het oneindige verhaal” nog niet kent, dan raad ik u sterk aan om deze prachtige klassieker te lezen!


Dit blog is een aangepaste versie van de korte presentatie tijdens de studiedag 'Klassieke kinderboeken' op 1 november in Zwolle.

Karin Vingerhoets