In de collectie van Aernout en Leny Borms-Koop zag ik een sprookjesboek met een bijzonder mooie omslagillustratie. Het is een bewerking van De gelaarsde kat. In de collectie van de Koninklijke Bibliotheek prijkt diezelfde afbeelding op Oberon’s tooverhoorn en op De schoone slaapster. Frits Booy bleek ook een dergelijke uitgave te hebben met de titel De tooverfluit.
De omslagillustratie
De zeer gedetailleerde illustratie geeft blijk van bijzonder vakmanschap van de kunstenaar en van de lithograaf. De afbeelding toont een vrouw met lange blonde haren en bruine ogen in een lichtblauwe jurk, waarin haar welgevormde boezem en smalle taille goed zichtbaar zijn. De jurk heeft rode mouwen en een rode zoom. Ze draagt daaroverheen een witte mantel met gele biezen, heeft een kroon met een stervormig versiersel (een rode edelsteen?) met een stralenkrans eromheen op haar hoofd en een witte lelie in haar hand. Haar andere hand is opgeheven en wijst naar boven. Naar de hemel? Die rode edelsteen komt ook twee maal voor als sluiting op haar mantel. Ze draagt oorbellen in de vorm van klavertjes drie.
De dame die aan een godin (de Noorse Freya?) of fee doet denken, zit op een soort troon onder een rijk versierde triomfboog met links en rechts twee zuilen. Om de zuilen kronkelen zich rozen en akkerwinde. Boven haar houden twee dwergen – naast de triomfboog waarin de titel staat – trossen met bloemen en fruit vast. Bovenaan in het midden staat een gekroonde zwaan met daarnaast zeven zwarte raven. Op de achtergrond is een kasteel op een heuvel zichtbaar. Onderaan staan in ronde gele lijsten de hoofden van twee sprookjesfiguren: de gelaarsde kat en Roodkapje. Het geheel is zwart omlijst. Misschien is de vrouw een allegorische figuur die staat voor zuiverheid? verbeelding? schoonheid? liefde?
Hilda van den Helm reageerde desgevraagd met een duiding van elementen uit de fraaie illustratie. “De dame zou de hoofdpersoon kunnen zijn van een doorelkaarhutseling van “Die sieben Raben”, “De zes zwanen” en “De wilde zwanen”. Die verhalen worden wel vaker tot één geheel verwerkt. Die raven en de zwaan (haar betoverde broers) zitten boven haar. En het hout van haar brandstapel botte uit in rozen. De roos die de koning aan haar gaf was “als een ster” en die zie ik op haar kroon. De lelie is uiteraard haar reinheid.”
De vier sprookjesboeken
Er zijn kleine verschillen in de afbeeldingen op de vier tot nu toe gevonden boeken met de mooie omslagafbeelding. Bij De tooverfluit en Oberon’s tooverhoorn is de naam van uitgever A.W. Sijthoff op de omslag afgedrukt, bij De gelaarsde kat en De schoone slaapster is dat niet het geval.
Auteur en illustrator
Van vier delen, De tooverfluit, Oberon’s tooverhoorn, De gelaarsde kat en De schoone slaapster, weten we zeker dat ze zijn verschenen. Volgens Delpher en Brinkman is er nog een soortgelijke uitgave: Rubezahl. In het Nieuwsblad voor den boekhandel van 5 december 1882 zijn onderstaande titels opgenomen in de rubriek ‘Nieuwe uitgaven in Nederland’.
Hier is J.J.A. Goeverneur aangegeven als vertaler van de sprookjes. Brinkman heeft dezelfde drie titels opgenomen, ook onder Goeverneur (J.J.A.): De tooverfluit, Oberon’s tooverhoorn en Rubezahl. Ze zijn in 1882 bij A.W. Sijthoff verschenen, in kwarto formaat en met 6 platen, voor f 0,60. In de vier gevonden boeken wordt Goeverneur’s naam echter nergens vermeld. De gelaarsde kat en De schoone slaapster ontbreken in beide bronnen en Rubezahl is niet in een openbare collectie te vinden.
De omslagillustratie verwijst behalve naar De gelaarsde kat ook naar het sprookje van De zeven raven en naar Roodkapje. Mogelijk zijn ook die twee sprookjes op dezelfde wijze gepubliceerd, maar daar zijn tot nu toe geen gegevens over gevonden.
Zoals al vermeld is Goeverneur in geen van de vier boeken als vertaler genoemd. Vermelding van de naam van de illustrator verschilt per boek. Bij Oberon’s tooverhoorn en De Tooverfluit zijn de illustraties gesigneerd met C. Offterdinger.
De gelaarsde kat bevat geen informatie over de illustrator: diens naam wordt niet vermeld en de platen zijn niet gesigneerd. Zoeken naar een Duitse uitgave levert dezelfde illustraties op met platen van Carl Offterdinger. Daar zijn ze gesigneerd met C.O. In de Nederlandse uitgave is dat signatuur niet aangetroffen. Er zijn kleine verschillen te zien, maar het is duidelijk dat het werk van Offterdinger de basis is voor de opnieuw op steen gezette kleurenlitho’s.
In De schoone slaapster in het bosch met als ondertitel ‘een sprookje voor zoete kinderen’, wordt op de titelpagina aangegeven dat er 6 gekleurde platen in zitten ‘naar oorspronkelijke teekeningen van C. Offterdinger’. De platen zijn niet gesigneerd. In tegenspraak daarmee is een identieke illustratie van Dornröschen in het prachtboek Märchenbilder – Bildermärchen van Regina Freyberger (2009), die daarin wordt toegeschreven aan Heinrich Leutemann. Offterdinger en Leutemann illustreerden samen een verzameling sprookjes: Mein erstes Märchenbuch : eine sammlung echter Kindermärchen für die ganz Kleinen, ca. 1880 verschenen bij Effenberger in Stuttgart. Het is heel goed mogelijk dat de vier sprookjesboeken bewerkingen zijn uit die bundel. (Met dank aan Hilda van den Helm).
Carl Offterdinger (1829-1889) heeft heel wat sprookjes geïllustreerd, maar welke daarvan ook in Nederland zijn uitgebracht is onzeker. Of hij ook de maker van de ongesigneerde omslagillustratie is, is niet duidelijk. De Roodkapje op de omslag en de Rotkäppchen in zijn boek lijken wel erg op elkaar, maar er zijn ook verschillen. De gelaarsde kat heeft een rode hoed met witte veer op beide platen. Maar of ze door dezelfde kunstenaar zijn vervaardigd?
De maker van de omslagillustratie kan Offterdinger zelf zijn, of iemand die goed heeft gekeken naar zijn Rotkäppchen en Der gestiefelte Kater. Hilda van den Helm dacht aan Eugen Klimsch voor de omslagillustratie, vanwege de overeenkomst in de afbeelding van dwergen (vooral vanwege de gespierde beentjes).
Misschien hebt u ook dergelijke uitgaven in uw collectie? Misschien weet u meer over de maker van de omslagillustratie of over de vrouw die daarop is afgebeeld? Al uw informatie is welkom!
Met dank aan Hilda van den Helm en Frits Booy