In het DWDD Pop-Up Museum is een van de zalen gevuld door Beatrice de Graaf, hoogleraar aan de Universiteit van Utrecht. Op zaterdag 12 maart 2016 konden we via de televisie haar verhelderende college over terrorisme volgen. In de museumzaal van het Allard Piersonmuseum wil ze de kwetsbaarheid van het lichaam van de eenvoudige soldaat laten zien. Dat doet ze aan de hand van foto’s, schilderijen, een beenprothese, een pet met kogelgat, een tas met verbandmiddelen, een noodrantsoen en soldatenkistjes.
In oude kinderboeken en centsprenten is veel te ontdekken over de manier waarop kinderen in de negentiende eeuw kennis konden maken met het militaire bedrijf.
Centsprenten met daarop soldaten afgebeeld waren erg populair, dat is te zien aan de hoeveelheid prenten over dat onderwerp. In het CBK zijn 428 prenten te vinden op een combinatie van de genres ‘centsprenten en militaria’. Een aantal daarvan bevat afbeeldingen die uitgeknipt konden worden om er ‘soldaatje’ mee te spelen.
Wat opvalt zijn de namen waarmee soldaten worden omschreven: trompetter, pouker, commandant, grenadier, cavalerist, kozak, jager, dragonder, lansier, kurassier, jager, vaandrig, artillerist, Mameluk en Ulaan.
De enige vrouwen zijn de marketensters, met een vaatje drank waaruit de soldaten zich moed konden indrinken.
Soms zijn de afbeeldingen op de prenten vrij groot en kunnen ze een fraaie wandversiering vormen.
Een geliefd spel voor jongens is ‘soldaatje spelen’. In kinderboeken is dat naast hoepelen en vliegeren een geliefd tijdverdrijf, waarbij beeld en tekst een tijdsdocument vormen.
Maar de prenten en kinderboeken laten niet alleen de heldhaftigheid zien. Soms wordt de draak gestoken met het militaire bedrijf, en laat men zien dat niet iedereen een held wilde zijn. Teksten onder de plaatjes op prenten zijn soms komisch.
Enige tijd geleden werd Nederland opgeschrikt door RTLnieuws, dat meldde dat soldaten bij oefeningen bij gebrek aan echte kogels “pang-pang” moesten roepen. Niets nieuws onder de zon, want op een afbeelding in een kinderboek uit circa 1850 maakten soldaten al gebruik van nep-paarden.
De wreedheid van soldaten wordt getoond op een prent waarbij een lijk wordt beroofd en een arme vrouw wordt bestolen. En in Henri’s nieuw soldaten abc wordt een spion opgebracht. De tekst bij de letter S luidt: ’S, een Spion; ach, gebonden, gevangen, / Straks, aan den tak van een boom, zie je em hangen!’
Gedode soldaten vindt men weinig in kinderboeken en op prenten. Maar hier en daar wordt aan gewonden en doden wel enige aandacht besteed. In Henri’s nieuw soldaten abc worden gewonden verpleegd. Bij de L van Lazareth ‘waar de liefde tot het kruis / t Leed van den krijgsman verzacht, ver van huis’. En ook in een boek over de slag bij Atjee liggen de soldaten er niet best bij.
De boeken zijn aangeduid met de titel, en de prenten met het signatuur in de KB-collectie, omdat de titels daarvan meestal weinig zeggen. Meer gegevens over die prenten vindt u via het CBK door te zoeken op signatuur.
Het onderwerp ‘militarisme in kinderboeken en op centsprenten’ lijkt me een onderzoek waard. Iets voor een student (cultuur)geschiedenis? Boeken die inspiratie kunnen bieden zijn De grote oorlog voor kleine kinderen van Anthony en Nicky Langley (Davidsfonds 2012); En guerre : French illustrators and World War I door Neil Harris en Teri J. Edelstein ( University of Chicago Library, 2014); “Wir spielen Krieg” : Patriotisch-militaristische Früherziehung in Bilderbuch und Spiel 1870-1918 / Hrsg. von Silja Geisler und Beatrix Mühlberg-Scholtz (Bibliotheken der Stadt Mainz, 2014).
Nog een aanvulling van Aernout Borms: