Bij Bijzondere Collecties van de UB Amsterdam zie ik toevallig een boekje liggen met de titel: Roomsch bakken en braden. Nee, geen verzuild kookboek, maar een geschriftje van H. Bakels, uitgegeven in januari 1925 door de Evangelische Maatschappij met ‘een welgemeend woord, ook voor de menschelijken onder mijne Roomsche landgenooten.’ De negen plaatjes van Jan Luyken tonen barbaarse praktijken waarbij ketters worden gemarteld en vermoord.
Hoe zit het met wreedheden door machthebbers in kinderboeken en centsprenten? Een achttiende-eeuws voorbeeld vond ik via Delpher in een vroeg tijdschrift: “De vriend der kinderen” (5e deel, nummers 58 tot 60, 1781).
Het bevat een verhaal waarin een vader zijn kinderen onderhoudt over de executie van een moordenaar. Het was ‘een booswigt bij uitstekendheid’, die in de gevangenis waar hij een straf voor eerdere euveldaden uitzat, een man ‘in koelen moede’ doodstak.
‘Na zyns Naasten bloed te dorsten; welk een afgryslyk Character! niet waar myne Kinders?‘ De auteur vindt dat deze misdaad niet ongestraft mag blijven, en als afschrikwekkend voorbeeld gegeven dient te worden aan ‘eene ruwe menigte, op welke zulke bloedige vertoningen veel meer indruks maken, dan de ernstigste waarschouwingen of bondigste leerredenen.’
De auteur vraagt zijn kinderen of ze willen gaan kijken naar de grote toeloop en de uitvoering van het vonnis. Lotje, Lysje en Karel voelen er niets voor, maar Frederik denkt dat hij het zou kunnen aanzien. Argumenten worden paginalang gewisseld: misdadigers zijn ook mensen, maar het recht dient gehandhaafd te worden. Een ondeugdelijke opvoeding, verkeerde vrienden en het ontbreken van Godsbesef kunnen oorzaken van ontsporing zijn.
De vader verzoekt zijn kinderen er toch heen te gaan. De meisjes worden ervan verschoond, maar Karel en Frederik moeten dapper zijn. Ze moeten leren dergelijke vertoningen met ‘gepaste gelatenheid’ aan te zien. De vader zegt dat de openlijke strafoefeningen zijn ingesteld ‘om anderen ten spiegel en afschrik te strekken’. Zijn kinderen mogen dankbaar zijn dat ze in goede omstandigheden opgroeien.
De jongens volgen hun vaders raad op en ‘vermanden zich om deze gerechtspleging te gaan zien.’ Het verhaal besluit ermee dat deze gebeurtenis aanleiding werd ‘tot menig nuttig en leerzaam onderhoud’. Goddank wordt de lezer de beschrijving van de uitvoering van het vonnis bespaard.
De praktijk van het voltrekken van doodvonnissen werd in 19e-eeuwse centsprenten helder weergegeven. Het ging dan meestal om bekende schurken zoals Cartouche of Klaas Kapoen. Een selectie hierbij, want wat is een blog zonder plaatjes?
Kinderen werden ook in sprookjes met gruwelen bestookt, maar daarover een andere keer.