De collectie van de Koninklijke Bibliotheek bevat meer dan 200.000 kinderboeken en in duizenden daarvan staan vogels van allerlei pluimage. In dit blog ga ik in vogelvlucht langs vogels in negentiende-eeuwse kinderboeken en centsprenten. De meeste van de hier besproken werken zijn gedigitaliseerd en online te bekijken op Het Geheugen.
Leerzame lessen
Op het voorplat van het leesboek Het A.B.C. of Hane-boek (1818) prijkt een kraaiende haan. De afbeelding dient als aansporing voor de jonge lezers om net als de haan vroeg op te staan. Het dunne werkje bevat naast alfabetten en spel- en leesoefeningen ook moeilijke teksten zoals het Onze Vader, de geloofsbelijdenis en diverse gebeden. Dit type leesboekjes wordt naar de afbeelding op het omslag ‘haneboek’ genoemd. Het haneboek kwam al in de zestiende eeuw op, maar getuige dit voorbeeld werd het nog tot in de negentiende eeuw gedrukt.
Alexander Cranendoncq schreef in 1828 Een boekje met prentjes, waarbij wat te lezen staat, voor brave kinderen. Elke pagina bevat een houtsnede van een dier en daaronder staat een tekstje met een leerzame les. De gans geeft pluimpjes waarop je kunt slapen, maar niet te lang want lang slapen is niet goed voor een kind. De ekster kan leren klappen en snappen (kletsen), maar “een kind dat veel klapt en snapt / weet dikwijls niet regt, wat het zegt”. Twee vechtende hanen herinneren eraan dat een kind dat twist en vecht, stout is. De pauw tenslotte, pronkt met zijn mooie verenpak maar een kind mag zich niet laten voorstaan op zijn mooie kleren.
Centsprenten
Een centsprent is een goedkoop vel gedrukt papier met verschillende houtsneden of steengravures en korte onderschriften. Sommige centsprenten bieden een overzicht van verschillende vogels waarbij het begrip ‘vogel’ ruim is genomen, want er staat ook wel eens een feniks, griffioen, vlinder of vleermuis tussen. De biologische werkelijkheid en legenden lopen wel vaker door elkaar: de pelikaan op de prent Dit ras van vog’len… wordt geroemd om zijn ouderliefde ‘daar zij door bloed haar jongen voedt’. Volgens de Middeleeuwse legende prikt een pelikaan in zijn borst om met zijn eigen bloed zijn jongen te voeden en dode jongen tot leven te wekken. De rode vlek op de keelzak, die ontstaat in de broedtijd, werd voor bloedvlek aangezien.
Van adelaar tot zwaan
In abc-boeken wordt dankbaar gebruik gemaakt van de grote verscheidenheid aan vogelsoorten. Het Vogelen-abé-boek uit 1837 bevat per pagina één handgekleurde gravure van een vogel en een vierregelig rijmpje met informatie over de vogel of een moralistische les voor het lezende kind. Het begint met de A van Adelaar: “Die grote sterke vogel daar / Is kinderen, een adelaar / Men gaf hem de eerste plaats gewis, / Omdat hij vorst der vogelen is.” Verder bevat het alfabet (oorspronkelijke spelling): bontekraai, distelvink, eend, fazant, gans, haan, ibis, jaku, kasuaris, leeuwerik, mees, nachtuil, ooijevaar, pepervogel, reiger, sijsje, tortelduif, uhu, valk, wouw, zwaan. De letters C, Q, X en Y zijn niet opgenomen.
A is een Arend
A is een Arend: berijmd A B C voor de jeugd(link is external) uit 1895 bevat rijmpjes over de Arend, Duif, Lijster, Ooievaar, Pauw, Raaf en Uil. De tekstjes bij M en N gaan over het gezinsleven bij mens en vogel: “M is een Moeder, die waakt bij haar kind / Dat zij zoo innig en teeder bemint. / N is een Nestje, door vogels gemaakt, / Waarbij nu de moeder haar kleintjes bewaakt.” De tekst bij de Ooievaar doet denken aan een overbekend Sinterklaasgedicht: “O is een Ooievaar, die staat daar te denken / Aan wien hij nu ’t eerste een broertje zal schenken.”
Bakerrijmen
“Boer, wat zeg je van mijn kippen” en “Ooievaar, lepelaar” zijn twee bakerrijmen waarin een vogel een rol speelt. De oorsprong en auteur van zulke versjes zijn vaak onbekend en ook de oorspronkelijke betekenis raakt vergeten. Wie denkt er bij “Witte zwanen, zwarte zwanen” nog aan Christus, die als timmerman de sleutel van het ‘Engelland’ kan maken voor de zielenvogels? In de collectie van de Koninklijke Bibliotheek bevinden zich ook Nederlandse vertalingen en bewerkingen van Engelse nursery rhymes. Een voorbeeld uit 1890 is De geschiedenis van het Roodborstje (‘Life and death of Cock Robin’) [afb.8]. De mus heeft het roodborstje doodgeschoten en de andere vogels verzorgen samen de uitvaart en begrafenis.
Sprookjes
De bekendste vogel in sprookjesland is ongetwijfeld het lelijke jonge eendje in het gelijknamige sprookje, geschreven door Hans Christian Andersen in 1843. Andere vogels vinden we in De Chinese nachtegaal (H.C. Andersen), De zeven raven, De zingende springende leeuwerik en Zwaan kleef aan (alle drie van de Gebroeders Grimm) en De vos en de ooievaar, een fabel van Jean de la Fontaine.
De bewerking van Het leelijke jonge eendje van Theo van Hoytema uit 1893, is misschien wel het mooiste lelijke jonge eendje in de KB-collectie [afb.9]. Deze kunstzinnige uitgave bevat kleurenlithografieën waarbij de tekst onderdeel is van de illustraties. Hoytema was blijkbaar een vogelliefhebber: hij schreef en illustreerde ook Vogelvreugd, Uilen-geluk, Twee hanen en Hoe de vogels aan een koning kwamen.
Tentoonstelling: Vogels. Duizend jaar vogels in honderden boeken.
Tot en met 4 januari 2015 is in Museum Meermanno te Den Haag een grote tentoonstelling over vogels in boeken te zien. De tentoonstellling is georganiseerd door de Koninklijke Bibliotheek en Museum Meermanno. Er is op de tweede verdieping een zaal ingericht met oude en moderne kinderboeken en in het souterrain speelt Donald Duck de hoofdrol. Dit blog verscheen eerder als artikel in het magazine Vogels (p.12-14), dat is gepubliceerd ter gelegenheid van de genoemde tentoonstelling.
Deze blog is eerder gepubliceerd op de KB-website.