Kluitman Klassiekers

Uitgeverij Kluitman werd in 1864 opgericht door Pieter Kluitman, dat is dit voorjaar 150 jaar geleden. De bekende kinderboekenuitgeverij viert haar 150-jarig jubileum met o.a. een jubileumsymposium, dat plaatsvindt op 9 mei 2014 in de KB. Ter gelegenheid van dit symposium heeft de KB een mini-expositie ingericht met beroemde Kluitman-uitgaven. Dit blog geeft een voorproefje.

Afke's tiental

Afke’s tiental een schets uit het Friesche arbeidersleven werd geschreven door Nynke van Hichtum, pseudoniem van Sjoukje Maria Diderika Troelstra-Bokma de Boer (1860-1939). De eerste druk verscheen in 1903 bij uitgever J.B. Wolters te Groningen. Het boek brak door bij het grote publiek toen de tweede druk in 1906 werd uitgegeven bij P. Kluitman. Inmiddels zijn er zestig drukken verschenen. De illustraties zijn van C. Jetses en J.H. Isings Jr. Het verhaal gaat over een arm Fries arbeidersgezin eind 19de eeuw, dat ondanks armoede en ontberingen gelukkig is met elkaar. De wijze en lieve moeder Afke is de spil van het gezin. Ze heeft samen met vader Marten tien kinderen: Watse, Wiepke, Eeltje, Jouke, Klaas, Jetse, Bouke, Sietske, Wiebe en pasgeboren Sipke. Het verhaal is geïnspireerd op het leven van het dienstmeisje van de schrijfster, Hiltsje Feenstra uit Warga, die vaak met veel liefde over haar ouderlijk huis vertelde.

Pietje Bell

In 1914 verscheen de eerste druk van Pietje Bell of De lotgevallen van een ondeugenden jongen. De auteur, Christiaan Frederik van Abkoude (1880-1960) vond de doorsnee kinderboeken te braaf en saai. Pietje Bell is een vrolijke deugniet die allerlei streken uithaalt. Toch handelt hij altijd vanuit de beste bedoelingen, is hij beleefd en ijverig op school. Er zijn meerdere vervolgboeken verschenen over Pietje Bell, o.a. over zijn avonturen in Amerika en over zijn drie zonen, die in hun vaders voetsporen treden. De illustraties in de verschillende edities zijn verzorgd door o.a. Jan Rinke, D.A. Bueno de Mesquita, Jan Lutz, Henri Pieck en Hans Borrebach. Pietje Bell is bij het jonge publiek inmiddels niet meer alleen bekend van het boek, maar ook dankzij de bioscoopfilms die in 2002 en 2003 uitkwamen en de musical die in 2005 en 2006 te zien was.

Kruimeltje

De eerste druk van Kruimeltje verscheen in 1923. De auteur, Christiaan Frederik van Abkoude (1880-1960) schreef het boek toen hij in Amerika woonde. Hij maakte gebruik van herinneringen aan zijn eigen jeugd in Rotterdam. Kruimeltje is een tienjarige jongen die geen ouders meer heeft en bij vrouw Koster woont, voor wie hij geld moet verdienen. Het straathondje Moor is Kruimeltjes beste vriend en verlicht zijn eenzaamheid. Ondanks treurige ontwikkelingen houdt Kruimeltje keer op keer de moed erin, en uiteindelijk vindt hij zijn ouders. De originele illustraties zijn van de hand van Pol Dom. Het boek is meer dan tachtig keer herdrukt. Kruimeltje was in 1999 als bioscoopfilm te zien en in 2010-2012 speelde het straatschoffie de hoofdrol in de gelijknamige musical. De jeugdacteurs werden gevonden via een talentenjacht op televisie.

Dik Trom

“Het is een bijzonder kind, en dat is-ie”. De eerste keer dat lezers deze rake typering van Dik Trom konden lezen, was in 1891. De illustraties van Johan Braakensiek werden vanaf de tweede druk aan Uit het leven van Dik Trom toegevoegd. Het populaire boek over de ondeugende dikke jongen is inmiddels meer dan honderd keer herdrukt. Cornelis Johannes Kieviet (1858-1931) schreef zelf vijf boeken over Dik Trom en Kieviets achterkleinzoon Ton van der Lee schreef onlangs twee boeken over de achterkleinzoon van de oorspronkelijke Dik Trom, die ook Dik Trom heet. Het omslag van deze boeken biedt het vertrouwde aanzicht van Dik Trom achterstevoren op een rijdier: op het omslag van De nieuwe Dik Trom zit de jongen achterstevoren op een olifant en bij Dik Trom in Afrika is het een struisvogel. De film Dik Trom was in 2010 in de bioscoop te zien en in 2012 beleefde Dik Trom de musical zijn première.

Meer weten?

Bekijk eens een gedigitaliseerd Kluitman-boek online

Deze blog is eerder gepubliceerd op de KB-website.

Karin Vingerhoets