De Volkskrant van 29 oktober 2014 onthult een nieuwe trend in boekenland: kleurboeken voor volwassenen! Ze kunnen die kleurboeken gebruiken om te onthaasten. Velen zullen herinneringen hebben aan de tijd dat ze als kind helemaal op konden gaan in het kleuren, vooral als het buiten pijpenstelen goot. Inderdaad misschien iets om weer eens op te pakken, in een tijd waarin zelfs pensionado’s het druk-druk-druk hebben?
Tijd om eens naar dit vaak verwaarloosde cultuurgoed te kijken. In het Centraal Bestand Kinderboeken (CBK) staan bij het genre ‘Kleurboeken’ maar liefst 853 titels. De selectie in het CBK bevat 28 titels uit de 19e eeuw en 126 titels uit de periode 1900-1940. Daarna schommelt het aantal per decennium tussen 58 en 98 titels, met een uitschieter in de jaren vijftig van 129 titels. Dat heeft mogelijk te maken met het aanbod: mensen die in de jaren vijftig kind waren gaan kleiner wonen, ruimen hun zolders op en brengen hun boeken naar kringloopwinkels, die de Koninklijke Bibliotheek dan weer voorzien van dit materiaal. Deze aantallen zeggen weinig over wat er destijds te koop was; het laat alleen zien wat tot nu toe bewaard is in de 17 bibliotheken die in het CBK tonen wat ze in huis hebben. De oudste Nederlandse titel in het CBK is het Nieuw tekenboekje voor de jeugd van uitgeverij Maaskamp, vier deeltjes verschenen tussen 1807 en 1809, ‘in couleur en in het zwart’ met afbeeldingen van landschappen, wilde dieren, tamme dieren en ‘vrugten en fruiten’. Uit annotaties in het CBK blijkt dat de kleurplaten van de KB-exemplaren zijn ingekleurd.
Kleurboeken kunnen in twee soorten worden verdeeld: kleurboeken van bekende uitgevers en illustratoren; en anonieme uitgaven zonder naam van de illustrator en uitgever/drukker.
Kleurboeken van bekende uitgevers en illustratoren
In het CBK zijn bij de kleurboeken bijzondere uitgaven aan te treffen van gerenommeerde uitgevers zoals Evert Maaskamp, P. Kluitman en H.J.W. Becht. En vrij veel kleurboeken die door bekende illustratoren zijn gemaakt, zoals Kate Greenaway, Water Crane, Jan Rinke, Rie Cramer, Daan Hoeksema, Sijtje Aafjes, Leo Le Blanc, Piet Marée, Piet Worm, Antoinette van Dijk, Piet Broos, Ies Spreekmeester, Willy Schermelé, Rein Stuurman, Dick Bruna, Lucy Cousins, Eric Carle, Marianne Busser, Max Velthuijs en Jet Boeke.
Ook El Pintor (zie De verbeelders) maakte er een: circa 1943 verscheen El Pintor’s kleurenboek, om te kijken om te kleuren om te lezen om te leren. Het bevat acht platen om zelf te kleuren, een kleurenschijf en informatie over mengen en drukken van kleuren.
Anonieme kleurboeken
Het CBK levert 170 kleurboeken op zonder uitgeversnaam. Soms wijst een logo op een buitenlandse uitgever, zoals J. Scholz in Mainz of naar een groothandel als Tobias Groen & Co. Bij nog meer kleurboeken ontbreekt de naam van de illustrator. Slechts een enkele keer kan die naam via een signatuur achterhaald worden. Dit type kleurboek bevat zelden een jaar van uitgave, en dat maakt het moeilijk om ze goed te dateren. Onderzoek naar stijlkenmerken en naar afbeeldingen van voorwerpen, mode en speelgoed zou daarbij enige uitkomst kunnen bieden. Kleurboeken van anonieme illustratoren en uitgevers horen bij de ‘fabrieksprentenboeken’ (zie daarover het hoofdstuk van Theo Gielen in Prentenboeken, ideologie en illustratie). Het is efemeer drukwerk, dat niet belangrijk werd gevonden en niet actief werd verzameld. Ze werden vaak verkocht in speelgoedwinkels en warenhuizen en cadeau gegeven bij bepaalde producten.
In 1984 verscheen een artikel van Gunter Otto: Malbuch : ein multifunktionales Kindermedium, dessen Bedeutung nur die Hersteller erkannt haben. Tessa Rose Chester maakte in 1993 een catalogus van Painting and coulouring books die zich bevinden in de Renier Collectie in het Bethnal Green Museum in Londen. Nederlandse literatuur over het verschijnsel kleurboek heb ik niet kunnen vinden. Een mooie klus voor een student of een verzamelaar om eens onderzoek naar dit type erfgoed te doen?
Onderwerpen
Sommige kleurboeken zijn educatief, zoals deeltjes van Beeldschrift van W. Haanstra en Louise Hardenberg, andere puur om te amuseren. Soms slaat de uitgever nog een slaatje uit eerder gepubliceerd werk, zoals bij het kleurboek De kleine schilder (Becht), met illustraties ontleend aan De guitenstreken van Pieter en zijn hond. Sprookjes, dieren en speelgoed zijn geliefde onderwerpen. Reclame-uitgaven bedienden zich ook van het kleurboekconcept, zoals De avonturen van Flip en Flap van Douwe Egberts. Levers zeepmaatschappij kwam met De poppenwas met Sunlight Zeep, lees-, teken-, kleur-, en knipboekje. In het CBK zijn 71 titels van kleurboeken ook als reclame-uitgaven gelabeld.
Een enkel kleurboek kan worden gezien als een tijdsdocument: Hoera! de Canadezen komen, kleurboek uit 1945 is daar een voorbeeld van. Het anoniem verschenen boek bevat afbeeldingen van Canadese soldaten die begroet worden door kinderen bij de bevrijding van Nederland.
Historische figuren en gebeurtenissen worden ook als kleurboek uitgebracht: Hugo de Groot : historisch kleurboek en Nova Zembla : historisch kleurboek werden door de firma Smeets in Weert gedrukt. Michiel de Ruyter: de draaiersjongen, die admiraal werd verscheen bij ‘Sparo’.
In 1949 verscheen een Rooms-katholiek boek met kleurplaten als extraatje: Nog veertien dagen: voorbereiding voor de eerste heilige communie. Anne de Vries kwam in 1959 met een Kinderkleurbijbel en in 2014 verspreidt Ark Media het geloof nog steeds in kleurboeken.
Fictieve personages worden ook in kleurboeken vereeuwigd: Gulliver en Don Quichotte kregen een kleurboek van een onbekende uitgever/drukker. Er bestaan kleurboeken met zwart-wit prentbriefkaarten, die door kinderen gekleurd kunnen worden, met aan de achterkant ruimte voor naam, adres, postzegel en eigen tekst. Een enkele keer worden wascostiften, krijtjes, kleurpotloden of napjes met waterverf verwerkt in de band van het kleurboek.
Het kleurboek blijft een geliefd concept, de laatste jaren verschijnen er mandalakleurboeken, bijbelkleurboeken, kleurboeken met Nijntje, Barbapappa, Dikkie Dik en vele anderen.