Jan Sluijters als illustrator

In Museum De Fundatie in Zwolle zijn 77 politieke spotprenten te zien van Jan Sluijters (1881-1957) over de Eerste Wereldoorlog. De Volkskrant wijdt op 19 september 2014 twee pagina’s aan deze tentoonstelling, die door kunstenaar Rob Scholte is samengesteld. In de reportage vertelt schrijver Michiel Kruijt hoe verbaasd Scholte was over deze prenten van societyschilder Sluijters, bekend van ‘lieflijke kinderportretten, vrouwelijk naakt en bloemboeketten’. Het kostte Scholte zes jaar om alle prenten te verzamelen, die als bijvoegsel bij De Nieuwe Amsterdammer waren verschenen. Het was geen populair materiaal: dit maatschappelijk betrokken werk wilde men liever niet zien.

Dat Sluijters naast zijn schilderwerk ook veel (kinder)boeken illustreerde komt in het artikel niet voor. Dat aspect wordt ook bij tentoonstellingen over zijn werk meestal genegeerd. Ook Wikipedia meldt zijn illustratiewerk niet.

Vandaar dit blogje waarin wat cijfers worden genoemd, en voorbeelden van het illustratiewerk van Sluijters worden getoond.

Jan Sluijters begon in 1898 met illustreren, toen hij 17 jaar was. Dat was voor een boek van Tine van Berken: Onder ons : drie verhalen. (Becht). Uit onze nationale catalogus, de Brinkman, blijkt dat Sluyters / Sluijters in de periode 1901-1910 voorkomt met maar liefst 68 vermeldingen als illustrator. In de periode 1911-1915 komt zijn naam ook 68 maal voor, in 1916-1920 loopt de vermelding van zijn naam sterk terug: 20 maal, en in 1921-1925 wordt hij 22 maal genoemd. Favoriete auteurs waarvoor hij werkte zijn Suze Andriessen, Tine van Berken en P. Louwerse. Hij illustreerde ook voor populaire schrijvers als S. Abramsz, Truida Kok, H. Gras, C. Joh. Kieviet, Karl May, Top Naeff, J.B. Schuil, J. Stamperius en Theo Thijssen.

Het aantal door Jan Sluijters geïllustreerde boeken kan groter zijn, want in veel gevallen wordt in Brinkman de illustrator niet vermeld. Hij werkte voor verschillende uitgevers, het meest voor H.J.W. Becht en voor de reeks De nieuwe bibliotheek voor de jeugd van uitgever L.J. Veerman.

Saskia de Bodt schrijft in Prentenboeken, ideologie en illustratie 1890-1950 dat zijn stijl bij het illustreren – in tegenstelling tot zijn schilderwerk – behoudend en realistisch is, en varieert van lijntekeningen tot silhouetten. Er zijn sfeervolle, gevoelige en grappige illustraties, sommige zien er uit als linosneden, andere alsof er delen met spatwerk zijn gemaakt.  Sluijters maakte ook heel veel bandontwerpen.

Werk dat evenzeer aandacht verdient!

Jeannette Kok