Drie koningen, drie koningen.
Geef mij een nieuwe hoed hoed hoed
want de oude is versleten...
Hoe dit liedje dat ik als kind heb gezongen, verder gaat weet ik niet meer. In onze familie stonden tradities in hoog aanzien. De kerkelijke feestdagen werden gevierd. Dus tuigden we voor palmzondag een palmpaas op met snoep, fruit en een broodhaan. Met Sint Maarten gingen we met een uitgeholde koolraap als lampion de deuren langs om snoep op te halen. Op 28 december vierden we Onnozele Kinderen en speelden de kinderen de baas. Driekoningen vierden we ook en sinterklaas nog steeds.
Met driekoningen zaten twee witte en één bruine boon verstopt in een taart en wie een boon vond werd Kaspar, Melchior of Balthasar, maar ja, met drie koningen was de top wat overbemand. In een gezelschap dat vroeger driekoningen vierde werd een koning met daarbij een hele hofhouding gecreëerd. Met speelkaarten of koningsbrieven werden de functies verdeeld. Op het schilderij hiernaast uit omstreeks 1575, dat elders uitvoerig op deze website is afgebeeld, is deze hofhouding in beeld gebracht: koning, raadsman (een vrouw!), biechtvader, secretaris enz. De koning heeft een 'kroon' van de gebruikte speelkaarten. Maar vaker werden de functies met koningsbrieven verdeeld. Op schilderijen van Jacob Jordaens en Jan Steen zien we dat deze briefjes als een 'badge' op hoed, jurk of pak werden gedragen.
Hieronder een koningsbrief van Brepols uit het begin van de 19e eeuw. Op acht rijen zijn vier 'hoffuncties' afgebeeld met daarbij een toepasselijk versje. Opmerkelijk aan deze prent is het uitgesproken boertige en laag-bij-de-grondse. Waar de koningsbrieven net als het schilderij meestal keurige functies vermelden komen we bij Brepols een aantal merkwaardige personages tegen.
Met de koning is niets mis. Hij draagt een kroon, zit op een troon en maant zijn vrienden hem te eren.
De taak van de koppelaar is wel duidelijk, maar een hoffunctie...? Opvallend dat hier een man koppelt.
De hinnetaster is een dubbelzinnige figuur aan dit merkwaardige hof. Het duidt meestal op een geilaard die vrouwen lastig valt, maar ook pantoffelhelden worden soms zo genoemd. Inderdaad wat tegenstrijdig.
De hoorndrager is de man die door zijn vrouw bedrogen wordt; ook een niet erg hoffelijke functie.
De hannekont is de pantoffelheld of de Jan de Wasser.
Merkwaardige, maar minder platte functies zijn de volgende:
Niemands-vriend en Allemans-vriend
Tot slot nog een onsmakelijke functie:
Luyze-vanger
Kennelijk vond Brepols de prent toch wat te grof of viel de verkoop van deze platte koningsbrief tegen. Hoe dan ook: met nummer 100 gaf hij een gekuiste versie uit van de koningsbrief. De 32 personages bekleden hier allemaal een nette functie, zoals dit op de meeste koningsbrieven het geval is. Het beschavingsoffensief van de onderklasse is kennelijk ook hier doorgedrongen.