Het jaargeschenk Wie zou niet gaarne een koning wezen? voor donateurs en relaties van de SGKJ in 2001 was gewijd aan het driekoningenfeest. Driekoningen of dertienavond is een feest dat in Nederland nauwelijks meer wordt gevierd, maar in vroeger tijden des te uitbundiger. Het was één van de omgekeerdewereldfeesten zoals onnozele kinderen en carnaval.
De machtelozen in de samenleving -mensen uit de lagere standen, kinderen, enz.- mochten even de baas spelen; de machthebbers bogen tijdelijk en schijnbaar het hoofd want de 'koning' had het nu voor het zeggen. Het toeval bepaalde meestal wie koning werd, bijvoorbeeld door speelkaarten te trekken, met een taart waarin bonen verstopt waren of met de koningsbrieven, zoals beschreven in het jaargeschenk. Een koning heeft een hofhouding en in het feestende gezelschap werd dan ook een veelheid van funkties -van biechtvader tot nar- verdeeld.
In haar dissertatie over het Driekoningenfeest in de beeldende kunst van de zeventiende eeuw beschrijft Anke van Wagenberg - ter Hoeven het feest en de verbeeldingen ervan in de (volks)kunst.* Jan Steen, Jacob Jordaens, Gabriel Metsu, David Teniers II en anderen legden taferelen van het dertienavondspel vast. Meestal gaat het dan om een drinkgelag, want op de kreet 'De koning drinkt!' werden alle aanwezigen geacht het glas te heffen en te legen. De kreet verwijst naar een moment waarop Jezus in de stal de borst van zijn moeder grijpt en zich daaraan laaft.
Uit omstreeks 1575 dateert een schilderij uit de omgeving van Maerten van Cleve, waarop de personages van een driekoningenspel zijn afgebeeld. Het is eigenlijk een geschilderde koningsbrief compleet met het gebruikelijke vierregelige rijmpje bij ieder personage. Op de hoed van de koning prijken de speelkaarten waarmee de rollen in het spel zijn verdeeld. Over het afgebeelde gezelschap is helaas niets bekend, maar waarschijnlijk gaat het hier om een driekoningenfeest dat werd gevierd door personen uit de gegoede Antwerpse burgerij. Mogelijk een familie omdat bij een aantal personages de gelaatstrekken enige overeenkomst vertonen. Hier onder is het schilderij afgebeeld en in detail de afzonderlijke personages van de koning en zijn hofhouding. Opvallend is dat de personen, als of het snapshots betreft, in heel verschillende poses zijn afgebeeld; van de cock zien we zelfs meer van zijn achterhoofd, dan van zijn facie.
* A. Wagenberg-ter Hoeven, Het Driekoningenfeest. De uitbeelding van een populair thema in de beeldende kunst van de zeventiende eeuw. Amsterdam: P.J. Meertensinstituut 1997.